U bent hier

OR & Medezeggenschap
Rol OR bij versoepeling thuiswerkadvies

Rol OR bij versoepeling thuiswerkadvies

Gisteren maakte minister Kuipers van Volksgezondheid bekend dat nagenoeg alle coronamaatregelen stapsgewijs komen te vervallen. Het thuiswerkadvies blijft echter gedeeltelijk van kracht. Veel organisaties bereiden zich alvast voor op een (gedeeltelijke) terugkeer naar kantoor. De OR kan eraan bijdragen dat de terugkeer naar kantoor soepel verloopt.

Tijdens de coronapersconferentie op 15 februari maakte minister Kuipers bekend dat nagenoeg alle coronamaatregelen in drie stappen (per direct, per 18 februari of per 25 februari) komen te vervallen. Verwacht werd dat ook het thuiswerkadvies volledig losgelaten zou worden, maar dat is niet het geval. In ieder geval tot 15 maart blijft het advies om nog zoveel mogelijk – minimaal de helft van de tijd – thuis te werken. De OR speelt een cruciale rol bij de (gedeeltelijke) terugkeer naar kantoor. Daarom doet de OR er goed aan om zowel voor deze eerste versoepeling, als voor de situatie waarin het dringende thuiswerkadvies volledig komt te vervallen, afspraken te maken met de bestuurder.

Terugkeer naar kantoor stapsgewijs opbouwen

Na twee jaar thuiswerken zal het voor veel werknemers wennen zijn als zij weer (deels) op kantoor moeten werken. Daar moet de bestuurder rekening mee houden. Het is dan ook niet aan te raden om werknemers van de ene op de andere dag te verplichten om weer naar kantoor te komen, maar de terugkeer naar kantoor stapsgewijs op te bouwen. Dit stelt werknemers in de gelegenheid om de thuissituatie in orde te brengen, met bijvoorbeeld opvang van de kinderen, en een nieuw ritme te vinden tussen thuiswerken en werken op kantoor.

Goede communicatie is van belang

Goede communicatie is in deze periode van groot belang, en daar kan de OR bij de bestuurder op aandringen. De versoepeling van het thuiswerkadvies kan namelijk voor de nodige onrust zorgen binnen de organisatie en werknemers zullen in de thuissituatie maatregelen moeten treffen voor als zij weer naar kantoor gaan. De bestuurder kan werknemers daarom het beste zo snel mogelijk laten weten wat hij wanneer van hen verwacht.

OR kan veel invloed uitoefenen op het nieuwe werken

De bestuurder moet de OR betrekken bij de maatregelen die hij treft om een (gedeeltelijke) terugkeer naar kantoor mogelijk te maken. De OR heeft hierbij namelijk verschillende bevoegdheden. Zo heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27 WOR) bij besluiten over bijvoorbeeld de werkplek, arbeidstijden of vergadermethoden. Ook zal de bestuurder de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en het plan van aanpak moeten herzien als hybride werken de norm wordt. Ook daarbij heeft de OR instemmingsrecht. Daarnaast kan het adviesrecht (artikel 25 WOR) van de OR van toepassing zijn, bijvoorbeeld als de bestuurder een vestiging wil sluiten, afdelingen wil samenvoegen of andere belangrijke organisatorische maatregelen wil doorvoeren.
Als de bestuurder nog geen actie heeft ondernomen voor een terugkeer naar kantoor, dan kan de OR zijn initiatiefrecht (artikel 23 WOR) gebruiken om naar aanleiding van de versoepelingen de bestuurder hiervoor een voorstel te doen.