Terugwerkende kracht herzieningsverzoek sectorindeling
Als een werkgever een verzoek heeft ingediend om de sectorindeling met terugwerkende kracht te wijzigen en te veel betaalde premies terug te krijgen, bepaalt de datum van het indienen van het verzoek of de Belastingdienst hieraan tegemoet komt. Dit is het gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad.
De voormalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wijzigde met ingang van 29 juni 2018, 17.00 uur de regels over de sectorindeling. Vanaf deze datum was het niet meer mogelijk om de sectorindeling met terugwerkende kracht te wijzigen en kon de werkgever te veel betaalde premies niet meer terugkrijgen. De Hoge Raad heeft op 24 september 2021 (ECLI (verkort):1239) geoordeeld dat deze maatregel in strijd is met Europese wetgeving. De fiscus heeft zijn werkwijze daarom aangepast voor verzoeken die vóór 20 juni 2019 zijn ingediend. Dit staat in de derde uitgave Nieuwsbrief Loonheffingen 2022.
Datum herzieningsverzoek is bepalend
De Belastingdienst maakt onderscheid tussen verzoeken die zijn ingediend:
- tussen 29 juni 2018, 17.00 uur en 20 juni 2019;
- vanaf 20 juni 2019.
Als een werkgever tussen 29 juni 2018, 17.00 uur en 20 juni 2019 een verzoek heeft ingediend om de sectorindeling in het voordeel van de werkgever te herzien, komt de Belastingdienst hier met terugwerkende kracht aan tegemoet. Dit geldt alleen als:
- de Belastingdienst nog niet definitief heeft beslist op het verzoek;
- de werkgever in beroep is gegaan tegen de afwijzing van de Belastingdienst en de rechter nog niet definitief in de beroepsprocedure heeft geoordeeld.
Als de werkgever op of na 20 juni 2019 een verzoek heeft ingediend om de sectorindeling in het voordeel van de werkgever te herzien, gaat deze wijziging niet met terugwerkende kracht in, zo laat de Belastingdienst weten.