OR kan met initiatiefrecht meer invloed uitoefenen

Het initiatiefrecht geeft de ondernemingsraad (OR) veel ruimte om invloed uit te oefenen op het beleid. Dankzij het initiatiefrecht mag de OR de bestuurder namelijk altijd adviseren of een voorstel doen, ook als hij daar niet om heeft gevraagd. Dat voorstel of advies is niet vrijblijvend.

Het initiatiefrecht is geregeld in artikel 23, lid 2 en 3 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Hierin staat dat de OR de bestuurder voorstellen mag doen of zijn standpunten kenbaar mag maken over alle onderwerpen die de onderneming aangaan. De OR kan de bestuurder tijdens een overlegvergadering een concreet voorstel doen, maar kan ook buiten de overlegvergadering om een schriftelijk advies of initiatiefvoorstel indienen bij de bestuurder. De bestuurder is verplicht om dit advies of voorstel in behandeling te nemen.

Bestuurder moet goed onderbouwen wat hij met OR-initiatiefvoorstel doet

De bestuurder moet een schriftelijk initiatiefvoorstel minimaal één keer tijdens een overlegvergadering met de OR bespreken. Ook moet hij de OR na afloop zo spoedig mogelijk informeren wat hij met het voorstel doet. Dit moet schriftelijk gebeuren, voorzien van een goede onderbouwing.

OR kan aangepast initiatiefvoorstel indienen

Besluit de bestuurder – goed gemotiveerd – om geen gevolg te geven aan het voorstel van de OR, dan kan de OR daar weinig tegenin brengen. Het is namelijk niet mogelijk om beroep aan te tekenen tegen dit besluit van de bestuurder. De OR weet dan echter wel wat de beweegredenen van de bestuurder zijn en kan hem vragen wat er nodig is om het initiatief wél realiseerbaar te maken. De OR kan dan  overwegen om de bestuurder een aangepast voorstel te doen. Dan begint de initiatiefprocedure weer van voren af aan. Ook kan de OR het voorstel bewaren en eventueel op een geschikter moment nogmaals indienen.

De toolbox In zeven stappen het meest uit uw initiatiefrecht halen biedt de OR allerlei handvatten om meer uit zijn initiatiefrecht te halen en zo optimaal invloed uit te oefenen op het organisatiebeleid.