Aanpak ‘excessieve’ leningen raakt minder dga’s
Door de hogere grens voor ‘excessieve’ leningen van directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) bij hun eigen bv slaat de heffing neer bij een beduidend kleiner bedrag aan schulden. Die gegevens meldt de kersverse minister van Financiën Sigrid Kaag in antwoord op Kamervragen over het coalitieakkoord.
De heffing van excessieve leningen van dga’s en andere houders van een aanmerkelijk belang in een onderneming moet ingaan vanaf 2023. De aanpak houdt in dat leningen van dga’s (en hun partners) boven een grensbedrag automatisch belast worden als inkomen in box 2 van de inkomstenbelasting. In het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet is dit grensbedrag opgehoogd van € 500.000 naar € 700.000.
Wetsvoorstel excessief lenen werkt ‘preventief’
Over het coalitieakkoord zijn 78 vragen gesteld aan Financiën, ondertekend door zo’n beetje de hele oppositie in de Tweede Kamer. Minister Kaag heeft de vragen nu beantwoord (pdf), en ze gaat daarbij dus ook in op het wetsvoorstel dat excessief lenen moet aanpakken. Door het ophogen van de grens naar € 700.000 wordt een kleiner deel van de huishoudens met een aanmerkelijk belang geraakt door het voorstel: 2,2% in plaats van 3%. Ook raakt de heffing een kleiner deel van de schulden, namelijk € 9,9 miljard in plaats van € 11,8 miljard. Dat is dus een kleine € 2 miljard minder.
Het nieuwe kabinet verwacht nog steeds dat het wetsvoorstel vooral een preventieve werking zal hebben, schrijft Kaag. De verwachting is dat dga’s hun schulden tot onder het maximumbedrag ‘zullen brengen en houden’.
Kabinet wil opbrengst VPB verhogen
Verder gaat Kaag onder meer in op vragen over de vennootschapsbelasting (VPB). Het nieuwe kabinet wil per jaar structureel € 1 miljard méér ophalen aan VPB. Om dat te bereiken kijkt het kabinet in eerste instantie naar het aanscherpen van de zogeheten CFC-maatregel. Die is gericht tegen internationale belastingontwijking. Ook gaat het kabinet de wereldwijde afspraken doorvoeren die de invoering van een minimaal VPB-tarief van 15% voorschrijven. Maar het is nog niet zeker dat door deze ingrepen de € 1 miljard gehaald wordt. Mocht dat niet lukken, dan gaat het kabinet kijken naar de ‘hoogte en reikwijdte’ van het lage VPB-tarief, zo bevestigt Kaag. Dat tarief staat nu op 15% en geldt sinds dit jaar voor winsten tot € 395.000. Om de opbrengst te verhogen zou logischerwijs het tarief omhoog moeten of zou het weer voor minder winst moeten gaan gelden.
Beleidsopties voor belastingstelsel overnemen?
De oppositiepartijen vragen onder meer ook nog naar het zogenoemde bouwstenen-rapport. Dat rapport bevat 169 ‘beleidsopties’ om het belastingstelsel toekomstbestendig te maken. Tussen die opties staan vergaande maatregelen voor dga’s en bv’s, zoals het flink ophogen van het belastingtarief in box 2 en het afschaffen van het lage VPB-tarief. De vragenstellers willen daarom graag per beleidsoptie weten of de coalitie die aanbeveling overneemt. Maar op die vraag gaat Kaag niet in. De minister schrijft dat de inzichten uit het rapport waardevol zijn geweest ‘voor de gedachtenvorming van het kabinet’. Maar verder wil het kabinet verantwoording afleggen over de gemaakte beleidskeuzes tijdens de behandeling van zo’n keuze in het parlement.