BTW-aangiftes bepalen TVL-verlies en wel/niet subsidie
Om voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in aanmerking te komen moet een ondernemer omzetverlies hebben geleden. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kan voor de bepaling van de hoogte van dat verlies in principe uitgaan van de ingediende BTW-aangiften door de ondernemer. Dit heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven onlangs bevestigd.
Met de TVL schiet het kabinet mkb’ers te hulp die door overheidsmaatregelen ten aanzien van het coronavirus hun omzet zien wegvallen of drastisch zien inzakken. Dat maakt de financiering van vaste lasten lastig (tool). Ondernemingen die TVL willen aanvragen moeten uiteraard voldoen aan de spelregels. Voor het vierde kwartaal van 2021 zijn hier de belangrijkste voorwaarden te vinden. De TVL kunt u aanvragen bij de RVO.
Voldoende omzetverlies geleden?
Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor TVL is dat een ondernemer omzetverlies moet hebben geleden. De bv in onderstaande zaak vond dat zij ook omzetverlies had geleden en verzocht daarom om de TVL-subsidie bij de RVO voor de maanden juni tot en met september 2020. De RVO wees dit verzoek echter af omdat de bv niet aan de voorwaarde van 30% omzetverlies voldeed ten opzichte van dezelfde periode over 2019. Voor de bepaling van dit verlies had de RVO de BTW-aangiften van de bv over het tweede en derde kwartaal van 2020 als uitgangspunt genomen.
BTW-aangiften gaven een vertekend beeld
Met de afwijzing was de bv het niet eens omdat de BTW-aangiften over die periode een vertekend beeld gaven. De aangifte over het derde kwartaal van 2020 was volgens de bv hoger dan de werkelijke omzet omdat er een doorbelasting van kosten over 2019 voor een zusteronderneming in waren verwerkt. Maar dat was geen omzet van haar volgens de bv. De kosten waren verwerkt in de rekening-courant op de zuster-bv en alleen meegenomen omdat dit BTW-technisch nu eenmaal zo moest. De bv stapte naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven om haar gelijk te halen.
Aantonen omzet aan hand van BTW-aangiften was redelijk
De bv kreeg echter geen gelijk van het College. Voor de bepaling van het omzetverlies was/is bewust gekozen voor de berekeningswijze die de RVO heeft gebruikt. Met het oog op de uitvoerbaarheid en de beperking van de administratieve lasten was het aantonen van de omzet aan de hand van de BTW- aangiften volgens het College redelijk. Er was ook geen reden om af te wijken van de grondslag van deze berekenmethode. Het College besliste dat er geen sprake was van schending van het evenredigheidsbeginsel en verklaarde het beroep van de bv ongegrond. De bv kreeg dus geen TVL.
College van Beroep voor het bedrijfsleven, 11 januari 2022, nr. 21/605