U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Voorkom gapen en knikkebollen bij online presentatie

Voorkom gapen en knikkebollen bij online presentatie

Mensen die zeggen dat ze bij een online presentatie even goed bij de les kunnen blijven als bij een fysieke presentatie, nemen waarschijnlijk een loopje met de waarheid. Bij het geven van een online presentatie moet de spreker dan ook wat extra trucs uit de hoge hoed trekken.

Onder communicatie-experts lopen de meningen nogal uiteen over de aandachtsboog bij toehoorders van presentaties in het algemeen. Zo is er een kamp dat zegt dat publiek maximaal vijf minuten de aandacht erbij kan houden. Doeltreffende presentaties (e-learning) zouden dan ook nooit langer mogen zijn dan een pitch. Een ander kamp heeft meer vertrouwen in de auditieve capaciteiten van de mens: de meeste volwassenen zouden zich tot anderhalf uur kunnen concentreren, hoewel de concentratie na een half uur wel begint af te nemen. De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Over het algemeen zal het publiek van een online presentatie wel sneller ‘afglijden’ dan dat van een fysieke presentatie. Zo zorgt het beeldscherm voor een fysieke én mentale barrière, wat de toewijding niet ten goede komt. Ook is gebleken dat mensen de neiging hebben om bovenmatig vaak naar het schermpje met zichzelf te kijken tijdens online presentaties en videovergaderingen (tool).

Direct oogcontact via camera, niet via beeldscherm

Sprekers kunnen verschillende dingen doen om hun online publiek bij de les te houden. Om te beginnen door aan iedereen te vragen zijn webcam aan te houden (microfoons moeten wel allemaal op mute, het is geen werkoverleg). Weten dat men te zien is, zorgt bij het publiek voor meer (al dan niet gedwongen) betrokkenheid. De spreker moet daarnaast proberen niet alleen naar zijn eigen scherm te kijken, maar ook geregeld in de camera erboven. Alleen dan heeft hij direct oogcontact met het publiek. Interessante slides met afbeeldingen en mooi opgemaakte grafieken houden de aandacht er ook beter bij. Misschien is er zelfs een videofragment in de presentatie te verwerken? Goed leesbare slides zijn in ieder geval een vereiste. Niet iedereen kijkt mee op een groot scherm en hoe groter het publiek, hoe minder groot de kans dat iemand zal melden dat de letters en cijfers eigenlijk niet goed te zien zijn.

Open vraag of toehoorder aanwijzen?

Enige mate van interactie is altijd aan te raden. Naast het geven van de mogelijkheid om achteraf vragen te stellen, kan de spreker zijn publiek tijdens de presentatie af en toe ‘wakker schudden’ met een vraag. Dat kan een open uitnodiging zijn, waarbij toehoorders die zich hiertoe geroepen voelen hun virtuele hand kunnen opsteken. Een specifieke toehoorder aanwijzen om de vraag te beantwoorden is een schoolsere werkwijze, maar zal de betrokkenheid zeker laten toenemen. Is de presentatie aan de lange kant, vraagt het daarmee veel van de aandachtsboog, maar is de boodschap écht niet te comprimeren? Dan kan de spreker overwegen om de presentatie op te breken in twee of meer sessies.