Wijzigingen in regels voor personeel per 1 januari 2022
Per 1 januari 2022 wordt de wet- en regelgeving voor personeel en arbeid op een aantal punten aangepast. Werkgevers doen er goed aan daar kennis van te nemen. De wijzigingen gaan onder meer over de reiskostenvergoeding, de thuiswerkvergoeding en roken op het werk.
Vanwege de langdurige formatie van een nieuw kabinet hoeven organisaties bij de komende jaarwisseling geen rekening te houden met enorme veranderingen in de wet- en regelgeving. Toch zijn er allerlei wijzigingen per 1 januari 2022 waar de werkgever van op de hoogte moet zijn.
Reiskostenvergoeding, thuiswerkvergoeding en werkvergunning
De personeelsgerelateerde wijzigingen per 1 januari 2021:
- Een werkgever krijgt de mogelijkheid om maximaal € 2 per thuiswerkdag onbelast te vergoeden via een gerichte vrijstelling voor een thuiswerkkostenvergoeding.
- De tijdelijke regel voor de onbelaste vaste reiskostenvergoeding bij (volledig) thuiswerken wordt stopgezet. De 128-dagenregeling voor een onbelaste vaste reiskostenvergoeding past de werkgever vanaf 2022 pro rata toe als structureel (deels) wordt thuisgewerkt.
- Het volgende coronasteunpakket, met de NOW 6, gaat in.
- Nieuwe werkvergunningen kunnen langer geldig zijn (maximaal drie jaar). Een buitenlandse werknemer moet vanaf 2022 wel het volledige loon op zijn bankrekening gestort krijgen.
- Werknemers én uitzendkrachten krijgen sneller medezeggenschapsrechten door de Verzamelwet SZW 2022. Deze wet bevat ook diverse andere (kleine) wijzigingen, onder andere op het gebied van de no-riskpolis en loonkostensubsidie.
- Uitzendkrachten krijgen bovendien sneller recht op een vast contract en pensioenopbouw.
- Voor beursgenoteerde bedrijven en grote bv’s en nv’s gaan strengere regels gelden voor diversiteit in de (sub)top.
- Rookruimtes in bedrijfspanden zijn niet langer toegestaan.
- Het STAP-budget vervangt de fiscale aftrekmogelijkheid voor scholingsuitgaven.
- De maximale transitievergoeding stijgt van € 84.000 naar € 86.000.
- De AOW-leeftijd gaat naar 66 jaar en zeven maanden, de pensioenrichtleeftijd blijft 68 jaar.
- Pensioenverlagingen zijn minder snel aan de orde door tijdelijk afwijkende regels.
- In 2022 is de vrije ruimte van de werkkostenregeling 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het deel van de loonsom boven de € 400.000.
- Het wettelijk minimumloon voor volwassen fulltimers stijgt naar € 1.725 per maand. Hiermee wijzigen ook de rekenregels en grenzen voor het lage-inkomensvoordeel (LIV).
- De hoge WW-premie voor werknemers met een flexibel contract is komend jaar 7,7%. De lage WW-premie voor werknemers met een vast contract en vaste arbeidsduur wordt 2,7%.
- De tijdelijke uitzondering voor herziening van de WW-premie bij overwerk komt ten einde.
- Kleine werkgevers gaan een lagere Aof-premie betalen. De Aof-premie wordt wel ietsjes verhoogd vanwege een nieuwe tegemoetkomingsregeling voor beroepsziekten. De nieuwe Aof-premie is één van de zaken die zorgt voor wijzigingen in de aangifte loonheffingen.
- De loonsomgrens tussen kleine en middelgrote werkgevers verandert voor de Whk-premie.
- De percentages voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet dalen. Voor de zorgverzekering mag een werkgever maximaal € 1.522 op het minimumloon inhouden.
- De premie voor de private aanvulling op de WW en WGA daalt van 0,4% naar 0,2%.
- De bijtelling voor elektrische auto’s gaat omhoog, terwijl de zogeheten cap omlaaggaat. Er gelden nieuwe bijtellingsregels voor werknemers met meer dan één auto van de zaak.
Nog geen kortere loondoorbetaling zieke AOW’er
Enkele wetswijzigingen hebben vertraging opgelopen. Zo is het wetsvoorstel dat extra rechten geeft aan klokkenluiders, nog niet behandeld in de Tweede Kamer (maar kan het al wel van invloed zijn). Ook wetsvoorstellen voor het belonen met aandelenopties en een coronapas op het werk treden nog niet in werking. Verder was het plan om de duur van de loondoorbetalingsplicht voor zieke AOW-gerechtigde werknemers terug te brengen naar zes weken, maar het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft laten weten dat deze wijziging niet op 1 januari 2022 ingaat.