Ook na beroepsprocedure moet OR met bestuurder door
Als er tussen de ondernemingsraad (OR) en bestuurder een geschil ontstaat over bijvoorbeeld het instemmingsrecht of het verloop van een adviesprocedure, kan de bedrijfscommissie, de kantonrechter of de Ondernemingskamer (OK) soms uitkomst bieden. De aard van het conflict bepaalt de route.
Bij een geschil tussen bestuurder en OR kunnen beide partijen een beroepsprocedure starten (infographic). Het is verstandig om zo’n procedure alleen te starten als het écht nodig is. De OR en bestuurder moeten daarna namelijk wel met elkaar verder. Is de relatie tussen OR en bestuurder beschadigd, dan werkt dat door in elk overleg dat OR en bestuurder met elkaar voeren. Dat maakt het niet makkelijk om samen toe te werken naar een verstandig en afgewogen besluit. Hoe dan ook is het voor de OR van belang om ervoor te zorgen dat bij een conflict de aandacht voor de inhoud niet verloren gaat. Steggelen over alleen de spelregels is niet aan te raden.
Bedrijfscommissie bemiddelt, kantonrechter stelt één partij in het gelijk
De stap naar de bedrijfscommissie, de kantonrechter of de OK is één van de middelen die de OR achter de hand heeft om tot goede medezeggenschap in de organisatie te komen. Het belangrijkste verschil tussen bemiddeling door de bedrijfscommissie van de SER (artikel) en een uitspraak van de rechter is dat de bedrijfscommissie zoekt naar een aanvaardbare oplossing voor beide partijen en dat de rechter doorgaans één van de twee partijen in het gelijk stelt. Dat betekent dat er altijd één partij het nakijken heeft. Bemiddeling door de bedrijfscommissie heeft in veel gevallen dan ook de voorkeur bij het beslechten van een geschil. Het is een goede manier om een prettige samenwerking met de bestuurder te behouden of om de relatie zelfs te verbeteren.
Ondernemingskamer toetst redelijkheid van een besluit
De Ondernemingskamer (artikel) zal geen oordeel geven over de juistheid van een besluit, maar over de rechtmatigheid ervan. De OK toetst vooral of de adviesprocedure en alles wat daarmee samenhangt op een juiste manier is verlopen. De OK buigt zich dus met name over de vraag of de ondernemer of bestuurder in redelijkheid zijn besluit heeft kunnen nemen of dat de OR in redelijkheid zijn advies heeft kunnen geven. Is de adviesprocedure goed gevolgd? Is de OR op een juiste manier geïnformeerd en is het OR-advies voldoende meegewogen in het definitieve besluit?