Voor bewijs BTW-plicht leverancier moet afnemer zorgen
Het Hof van Justitie van de Europese Unie stelt dat als niet duidelijk is of de leverancier BTW-plichtig is, de afnemer hier met bewijs voor moet komen als hij de voorbelasting van de levering/dienst wil aftrekken.
Bij de voorbelasting in de BTW gaat het om de aankopen die een BTW-ondernemer voor zijn onderneming. De BTW op deze aankopen kan hij in aftrek brengen in zijn BTW-aangifte. Om de voorbelasting voor de BTW te mogen aftrekken moet een BTW-ondernemer ervoor zorgen dat de factuur aan de vereisten voldoet (infographic). Is niet aan de eisen voldaan dan mag de ondernemer de voorbelasting niet in aftrek brengen in zijn BTW-aangifte (toolbox). Om de aftrek van de voorbelasting ging het in de volgende zaak.
Fiscus weigerde aftrek van voorbelasting
Het Hof van Justitie kreeg in onderstaande zaak prejudiciële vragen voorgelegd over een Tsjechische handelsvennootschap die de voorbelasting op afgenomen reclamediensten aftrok. De Tsjechische belastingdienst kwam er echter achter dat de directeur van de vennootschap die deze diensten zou hebben geleverd, daarvan niet op de hoogte was. De handelsvennootschap kon ook niet aantonen dat de andere vennootschap ook echt de leverancier van de diensten was. Daarom weigerde de Tsjechische fiscus de aftrek van voorbelasting.
Afnemer moet BTW-plicht bewijzen
De Europese rechter vond dat als niet duidelijk is wie de werkelijke leverancier is van de diensten, de afnemer bewijzen moet dat die leverancier BTW-plichtig is. Als de afnemer niet met voldoende bewijs komt dat de leverancier BTW-plichtig is mag de Belastingdienst de afnemer zijn aftrek van voorbelasting weigeren. De belastingdienst hoeft daarbij niet aan te tonen dat de afnemer BTW-fraude heeft gepleegd. Ditzelfde geldt ook als de afnemer niet wist en kon weten dat de afgenomen diensten onderdeel uitmaakten van fraude.
Hof van Justitie EU, 9 december 2021, ECLI: EU:C:2021: 6043, C-154/20