Uitgestelde belastingschuld drukt op bedrijfsvoering
Ondernemers hebben vijf jaar de tijd om de belastingen die zij tijdens de coronacrisis hebben uitgesteld alsnog af te betalen. Een ‘ruimhartige’ termijn, maar de terugbetaling zal in sommige sectoren evengoed zwaar op de bedrijfsvoering drukken, blijkt uit onderzoek.
De afgelopen tijd hanteerde de Belastingdienst een soepel beleid voor belastinguitstel. Ondernemingen konden onder meer voor loonheffingen, vennootschapsbelasting en BTW bijzonder uitstel krijgen. Daar heeft het bedrijfsleven ook massaal gebruik van gemaakt.
Vijf jaar de tijd voor terugbetaling belastingschuld
Maar sinds 1 oktober 2021 is het gedaan met dit ruimhartige beleid. Aanslagen van na 1 oktober moeten weer gewoon betaald worden. Dus bijvoorbeeld ook de BTW-aangifte over het derde kwartaal van 2021, ondanks dat het bijzonder uitstel in die periode nog gold.
Het kabinet heeft naar eigen zeggen een ‘ruimhartige’ terugbetalingstermijn opgetuigd voor de uitgestelde schulden. Want van uitstel komt geen afstel. Ondernemers mogen de belastingschuld in vijf jaar terugbetalen. Zij moeten daar uiterlijk 1 oktober 2022 mee beginnen. Er zit wel een kleine stok achter de deur in de vorm van de invorderingsrente. Die rente rekent de Belastingdienst bij elke betaling die na de uiterste betaaldatum plaatsvindt. Tot eind dit jaar staat de invorderingsrente nog op 0,01%. Maar per 1 januari 2022 wordt dit 1%, en dit loopt geleidelijk op tot het oude niveau van 4% per 1 januari 2024. Wat deze rente betreft loont het dus om sneller af te lossen.
Aflossing neemt hap uit bedrijfswinst
Maar in een aantal sectoren is er waarschijnlijk helemaal geen ruimte om sneller af te lossen, zo blijkt uit onderzoek (pdf) van ABN Amro. De bank heeft op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek berekeningen gemaakt over hoe zwaar de belastingschuld drukt op ondernemingen. Om een vergelijking te kunnen maken hebben economen van de bank gekeken naar de brutowinst van een sector in 2019. Op basis daarvan heeft de bank becijferd welk deel van het resultaat ondernemingen in een sector kwijt zijn aan de aflossing van hun schuld in vijf jaar. En die druk blijkt in sommige sectoren bepaald niet mals. Zo zou in deze berekening de terugbetaling bij elektronicawinkels gemiddeld 96% van de maandelijkse brutowinst opsouperen. Voor een kledingwinkel is dit bijvoorbeeld gemiddeld 47% en bij taxi’s en touringcarbedrijven 54%. Restaurants zitten met 20% een stuk lager.
Meeste openstaande schulden bij restaurants
Verder blijkt dat in de sectoren die het hardst zijn getroffen door de coronamaatregelen ook de meeste openstaande belastingrekeningen zitten. Bij de restaurants heeft bijna 44% van de ondernemingen een belastingschuld. Bij de cafés is dat 38%, gevolgd door de schoenenwinkels (35,7%) en de kledingwinkels (33,2%).