Vragen over: een investering voor de fiscaliteit
Om een onderneming te laten groeien en floreren, is investeren noodzakelijk. Zonder investeringen groeit een onderneming immers niet. Maar wat is de definitie van een investering voor de fiscaliteit? Er gelden in elk geval twee voorwaarden.
De vraag wat een investering is, lijkt een open deur. Toch is het van groot belang om dit begrip nader te definiëren. Voor de fiscaliteit is in het algemeen sprake van een investering (tools) als een onderneming een verplichting is aangegaan met betrekking tot de aanschaf van een bedrijfsmiddel, óf als een onderneming kosten heeft gemaakt voor de voortbrenging van een bedrijfsmiddel. In het laatste geval gaat het om het zelf ontwikkelen van het bedrijfsmiddel, in plaats van het kopen hiervan. Het gaat dus om twee voorwaarden: er moet sprake zijn van een bedrijfsmiddel en er is hiervoor een verplichting aangegaan.
Voorraden zijn geen bedrijfsmiddel
Bedrijfsmiddelen zijn de duurzame productiemiddelen binnen een onderneming en behoren tot het ondernemingsvermogen dat nodig is voor de uitoefening van de bedrijfsactiviteiten. Voorbeelden van bedrijfsmiddelen zijn gebouwen, terreinen, machines en kantoorinventarissen. Een productiemiddel is duurzaam – en dus een bedrijfsmiddel – als het langer dan een jaar in de onderneming aanwezig is.
Voorraden zijn geen bedrijfsmiddelen. Zij zijn niet duurzaam binnen de onderneming aanwezig, maar zullen een relatief korte doorlooptijd hebben. Hetzelfde geldt voor kosten van zaken die slechts korte tijd gebruikt, zoals voedsel, papier, et cetera. Deze zaken vallen niet onder de bedrijfsmiddelen,waaover u verde kunt lezen in dit verdiepingsartikel.
Verplichting tot aanschaf van het bedrijfsmiddel
De tweede voorwaarde is de aangegane verplichting tot aanschaf van een bedrijfsmiddel. Dit is het geval bij het ontstaan van een verplichting tot betaling, die voortvloeit uit de onderliggende overeenkomst tot aanschaf van het bedrijfsmiddel. Het gaat hierbij om een overeenkomst waarbij de onderneming zich verplicht tot betaling en de tegenpartij zich verplicht tot levering. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het doen van een definitieve bestelling, het ondertekenen van een aannemingsovereenkomst of het accepteren van een offerte. De waarde van een verplichting bestaat uit de aanschafkosten van het bedrijfsmiddel of het bedrag van de voortbrengingskosten. Ook bijkomende kosten, zoals het bedrijfsklaar maken van het bedrijfsmiddel, vallen onder de aanschafkosten. Verder is van belang dat de kosten daadwerkelijk voor rekening van de onderneming komen. Om de hoogte van de investering te kunnen vaststellen, moeten subsidies en dergelijke van het uitgegeven bedrag in mindering worden gebracht. Het moment waarop u de betalingsverplichting bent aangegaan, is het moment van investeren. Dit is dus het tijdstip waarop partijen aan elkaar zijn gebonden en zij zich niet meer zonder overeenstemming kunnen terugtrekken.
In de rubriek 'Vragen over' behandelt Rendement een onderwerp waar lezers veel vragen over hebben. Heeft u ook een vraag? Stel deze dan aan de adviseurs van de Adviesdesk!