Aandacht nodig voor nieuwe regels arbeidsovereenkomst
Het voorstel voor de ‘Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden’ is ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel, dat onder meer regels voor het studiekostenbeding bevat, kan al vóór de inwerkingtreding een rol spelen.
Onlangs maakte Rijksoverheid bekend dat de ministerraad had ingestemd met het wetsvoorstel. Nu demissionair staatssecretaris Wiersma van SZW het voorstel naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, zijn de plannen voor iedereen in te zien. De regels komen uit een Europese richtlijn. De staatssecretaris geeft aan dat het kabinet alleen de minimumvereisten van deze richtlijn in de eigen wetgeving wil opnemen; het wetsvoorstel (pdf) bevat geen aanvullende arbeidsrechtelijke wijzigingen. Regels van de richtlijn waar Nederland momenteel nog niet aan voldoet, gaan over de betaling van studiekosten voor werk, het verrichten van nevenwerkzaamheden door werknemers, het aanbieden van arbeidsvoorwaarden en de informatievoorziening bij indiensttreding.
Geen overgangsrecht voor bedingen arbeidsovereenkomst
De Nederlandse wetgeving moet op 1 augustus 2022 aan de Europese richtlijn voldoen. De Tweede en Eerste Kamer zullen zich daarom de komende maanden over het wetsvoorstel buigen en erover stemmen. In het wetsvoorstel is voor de meeste bepalingen geen overgangsrecht opgenomen. Dat betekent dat organisaties zich de komende tijd moeten voorbereiden op de wijzigingen, zodat zij vanaf 1 augustus 2022 de nieuwe arbeidsrechtelijke regels correct kunnen naleven.
Studiekostenbeding is straks mogelijk niet meer bruikbaar
Het wetsvoorstel bepaalt dat vanaf 1 augustus 2022 een wettelijk verplichte opleiding voor de werknemer kosteloos is, als arbeidstijd wordt beschouwd en – als het mogelijk is – onder werktijd te volgen is. Het gaat alleen om opleidingen die de werkgever op basis van de wet of cao verplicht is aan te bieden. Bepaalde opleidingen die de werknemer verplicht moet volgen voor het behoud van zijn beroepskwalificatie, vallen hierbuiten.
De werkgever mag voor opleidingen die hij moet aanbieden, niet meer een studiekostenbeding (tool) afspreken. Zo’n beding is straks nietig. De werkgever kan de scholingskosten dus niet meer verhalen op de werknemer of verrekenen met andere kosten. Omdat overgangsrecht ontbreekt, zijn ook studiekostenbedingen die vóór 1 augustus 2022 zijn afgesproken, vanaf de inwerkingtreding van de nieuwe wet niet meer te gebruiken voor verplichte opleidingen op basis van de wet of cao. Het maakt geen verschil of de werknemer de opleiding met goed of slecht gevolg heeft afgelegd.