Regel ook arbozorg voor werknemers in het buitenland
Werkgevers met werknemers die in het buitenland werken, moeten ook voor hen goede arbozorg regelen. Werken in het buitenland kan echter wel andere risico’s en verplichtingen met zich meebrengen. De werkgever moet hiervan wel op de hoogte zijn.
Werkgevers zijn volgens het Burgerlijk Wetboek (BW) verplicht goed werkgeverschap te betrachten. Dat geldt altijd en overal, dus ook als werknemers van een in Nederland gevestigde organisatie buiten de landsgrenzen werken. Hetzelfde geldt voor de verplichtingen van de werkgever uit de Arbowet. Ook voor werknemers die in het buitenland werken moet de werkgever zorgen voor goede en veilige arbeidsomstandigheden. Dat houdt in dat hij moet voorkomen dat werknemers gezondheidsschade oplopen door hun werk of door de omstandigheden waarin ze werken. Goede preventie is dus belangrijk. Hij moet bovendien kunnen aantonen dat hij al het mogelijke heeft gedaan dat redelijkerwijs verwacht mag worden.
Regels voor arbeidsomstandigheden
Bij werk in het buitenland gelden de regels voor arbeidsomstandigheden van dat land (uitgezonderd schepen die onder Nederlandse vlag varen en Nederlandse vliegtuigen). De regels zijn vaak minder goed, zeker buiten de Europese Unie, en ook worden ze niet altijd goed nageleefd. In niet-westerse landen ontbreekt vaak de minimale arbobescherming van de Internationale Arbeids Organisatie. Doordat er extra veiligheids- en gezondheidsrisico’s zijn, ook vanwege criminaliteit en gebrekkige gezondheidszorg, zijn aanvullende maatregelen nodig. Hoewel het buiten de EU vaak niet verplicht is, is het verstandig wel een risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) (toolbox) te maken. Daarmee kan de werkgever aantonen dat hij voldoet aan de gestelde eisen.
Werknemers over de grens in de RI&E
De werkgever kan werken in het buitenland opnemen als onderdeel van de RI&E of als aparte bijlage. Hij inventariseert de risico’s die spelen bij het werken over de grens en geeft maatregelen om deze risico’s weg te nemen of te beperken. Welke maatregelen hangt af van het land en de situatie daar. De werkgever kan onder andere naar de volgende zaken kijken:
- De aanwezigheid van lokale personen of (inter)nationale organisaties waarmee samengewerkt wordt en hun kennis over de lokale omstandigheden, risico’s en mogelijke maatregelen.
- De noodzaak van eventuele evacuatie van de werknemer, de manier waarop de evacuatie moet plaatsvinden en naar welke bestemming.
- De aanwezigheid van voorzieningen om materialen veilig achter te laten.
- Duidelijke afspraken met de leidinggevende en regelmatig contact ook buiten Nederlandse kantooruren.
- Voorlichting en instructie aan de betreffende medewerkers.
Wat de werkgever nog meer kan doen is te lezen in het verdiepingsartikel Arbo-ondersteuning voor werknemers in het buitenland.