U bent hier

Onderneming & Administratie
Sectorherindeling met terugwerkende kracht is mogelijk

Sectorherindeling met terugwerkende kracht is mogelijk

Sinds 29 juni 2018 mogen werkgevers niet meer verzoeken om een wijziging van een sectorindeling met terugwerkende kracht. Maar de Hoge Raad oordeelde onlangs dat dit een schending is van het eigendomsrecht van de werkgever.

Tot 29 juni 2018 mochten werkgevers verzoeken om een wijziging van sectorindeling met terugwerkende kracht van maximaal vijf jaar. In het kader van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) zijn er onder meer zaken veranderd rondom de sectorpremie en kunnen werkgevers sinds 29 juni 2018 niet meer verzoeken om een herindeling met terugwerkende kracht. Het kabinet verwachtte destijds dat veel werkgevers zo’n verzoek zouden indienen en de Belastingdienst hiervoor niet de capaciteit zou hebben.
In de recente rechtszaak ging het om een werkgever die was ingedeeld in sector 41 (Groothandel I). Op 29 augustus 2018 verzocht hij om wijziging van de sectorindeling met ingang van 1 januari 2013 naar sector 10 (Metaalindustrie). Dit zou voor de werkgever een premieteruggaaf van € 332.287 betekenen. Maar de Belastingdienst deelde de werkgever per 1 september 2018 in bij sector 10. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch stelde de werkgever in het ongelijk, waarna de werkgever in cassatie ging.

Belastingdienst moet onjuiste sectorindeling herstellen

Volgens de Hoge Raad vindt een sectorindeling van rechtswege plaats door de Belastingdienst, daarom moest de fiscus een onjuiste sectorindeling herstellen door afgifte van een nieuwe indelingsbeschikking. Ook had de werkgever een wettelijke aanspraak op de terugbetaling van de te veel betaalde premies en mocht hij verwachten dat deze zouden worden terugbetaald. Verder oordeelde de Hoge Raad dat de verwachting dat veel werkgevers zouden verzoeken om herindeling met terugwerkende kracht, geen specifieke en dwingende reden was voor een inbreuk op het eigendomsrecht. Dat de werkgever kon weten dat hij onjuist was ingedeeld en eerder al om een wijziging had kunnen vragen, maakte daarbij geen verschil.
De Hoge Raad stelde de werkgever in het gelijk en verwees de zaak naar Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Die rechter moet kijken of de werkgever recht heeft op een indeling in sector 10 met ingang van 1 januari 2013 of een latere datum.
Hoge Raad, 24 september 2021, ECLI (verkort): 1239