U bent hier

OR & Medezeggenschap
Informatierecht is hoeksteen van OR-praktijk

Informatierecht is hoeksteen van OR-praktijk

De ondernemingsraad (OR) heeft recht op alle informatie die hij redelijkerwijs nodig heeft om zijn taak te kunnen uitvoeren. Krijgt de OR geen informatie van de bestuurder of heeft de OR behoefte aan aanvullende informatie, dan kan hij deze opvragen.

Het informatierecht van de OR is onder andere vastgelegd in artikel 31 en verder van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De OR moet het informatierecht optimaal benutten (artikel) om te kunnen meepraten over organisatievraagstukken en invloed uit te kunnen oefenen op voorgenomen besluiten van de bestuurder. De WOR maakt onderscheid tussen informatie die de OR ongevraagd hoort te ontvangen (passief informatierecht) en informatie die de raad zelf moet opvragen (actief informatierecht).

OR heeft inzicht nodig in de structuur en financiën van de organisatie

De bestuurder moet de OR in ieder geval de nodige basisinformatie over de organisatie verstrekken. Zeker als er een nieuwe OR aantreedt, is dit van belang. De (nieuwe) OR moet immers inzicht hebben in de structuur van de organisatie, zoals de bv’s die tot de onderneming behoren, de statuten, toezichthouders of het organigram, en de financiële positie en vooruitzichten van de organisatie, die kunnen blijken uit onder meer de jaarverslagen, exploitatieoverzichten en begroting. Krijgt de OR deze informatie niet van de bestuurder, dan moet de OR deze stukken bij hem opvragen, met zo nodig een verwijzing naar de wet. De bestuurder is namelijk verplicht om deze informatie aan de OR te verstrekken.

OR kan alle informatie opvragen die hij nodig heeft

Daarnaast heeft de OR het recht om alle informatie op te vragen die hij redelijkerwijs nodig heeft om zijn medezeggenschapstaken goed te kunnen uitvoeren. Dit speelt niet alleen bij besluiten waarover de bestuurder de OR om advies of instemming moet vragen, maar ook bij onderwerpen waarover de raad de bestuurder ongevraagd wil adviseren of waarin de raad zich meer wil verdiepen. Denk aan de overstap op hybride werken (toolbox), de gevolgen van het pensioenakkoord (toolbox), mogelijkheden om meer bewegen te stimuleren of hoe de organisatie bijvoorbeeld meer ruimte kan geven aan rouwende collega's. De OR kan dankzij zijn overlegrecht alle zaken die hij van belang vindt met de bestuurder bespreken en daar de bestuurder op grond van zijn initiatiefrecht ongevraagd over adviseren. Om zijn rol goed te kunnen vervullen, heeft de OR dus over uiteenlopende onderwerpen relevante informatie nodig. De OR moet over deze informatie kunnen beschikken voordat hij hierover met de bestuurder in overleg gaat.

OR kan met bestuurder in kaart brengen welke informatie hij wil ontvangen

De OR doet er verstandig aan om met de bestuurder in kaart te brengen welke periodieke informatie beschikbaar is, wie hiervoor verantwoordelijk is, met welke frequentie en op welke data de informatie beschikbaar komt en of deze informatie relevant is voor de OR of eventuele commissies. Veel rapportages verschijnen immers met een bepaalde regelmaat. Denk aan rapportages over de productie, over de financiën of verzuimcijfers. In de OR-jaaragenda (tool) kan de OR deze data bijhouden. Dan weten alle leden van de OR en commissie(s) wanneer zij welke informatie moeten ontvangen en wanneer zij het onderwerp in het eigen overleg of in de overlegvergadering met de bestuurder kunnen bespreken.