Regeling vergoeding voor herstel van COVID-19 verruimd
Mensen die zijn uitgevallen door COVID-19 en moeilijkheden ondervinden bij hun herstel, krijgen langer een tegemoetkoming in de extra zorgkosten die zij moeten maken. De regeling voor herstelzorg is aangepast naar aanleiding van een advies van het Zorginstituut Nederland.
Sommige mensen hebben extra zorg nodig nadat zij zijn getroffen door COVID-19. Zij hebben ernstige klachten en hebben medisch-specialistische of revalidatiezorg nodig om goed te kunnen herstellen. Deze zorg valt niet altijd in het basispakket en niet iedereen heeft een aanvullende verzekering die deze extra zorgkosten vergoedt. Het Zorginstituut Nederland pleitte daarom voor een verruiming van de vergoeding. Inmiddels is de regeling door minister Van Ark van Volksgezondheid, Welzijn & Sport aangepast en is de termijn voor en toepassing van de Regeling paramedische herstelzorg na COVID-19 aangepast.
Langdurige klachten na long-COVID
Onder degenen die getroffen zijn door long-COVID bevinden zich relatief veel mensen uit de leeftijdsgroep 25 tot 45 jaar. Dit zijn over het algemeen ook de mensen die actief deelnemen aan het arbeidsproces. Het ziekteverzuim in organisaties is het eerste kwartaal van 2021 weliswaar licht gedaald, maar met 4,8% nog relatief hoog. Tot de verruiming van de regeling voor mensen met langdurige klachten na COVID-19, is ook besloten met het oog op een eventuele uitbraak van corona na de herfst. Als voor herstel niet de juiste zorg beschikbaar is, neemt de kans op langdurig verzuim toe. Ook kan dit zorgen voor een langer re-integratietraject (tool), waarbij de werknemer met terugval te maken krijgt.
Regeling voor vergoeding met een jaar verlengd
De regeling is verlengd tot 1 augustus 2022. Dat betekent dat de kosten voor paramedische herstelzorg van mensen die in de tweede of derde coronagolf COVID-19 hebben gehad, een jaar langer (onder voorwaarden) worden vergoed vanuit het basispakket in de basiszorg. De aanpassingen in de regeling zijn ingegaan op 1 juli 2021 en omvatten onder andere een verruiming van de termijn voor verwijzing naar paramedische herstelzorg van vier maanden na infectiedatum tot zes maanden. Ook de huisarts mag nu een tweede verwijzing doen in plaats van uitsluitend de medisch specialist. De bedrijfsarts kan adviseren over de belastbaarheid en de re-integratie.