Managementovereenkomst voorkomt verzekeringsplicht dga
Vier directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) die voor een onderneming werkten via een managementovereenkomst hebben volgens de rechter geen dienstbetrekking. In tegenstelling tot wat de inspecteur beweerde, hoefden er dus voor de dga’s geen premies voor de werknemersverzekeringen afgedragen te worden.
Werknemers zijn in principe verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen, zoals de WW of de Ziektewet. Voor dga’s geldt die verplichting vaak niet, omdat zij naast werknemer bij hun eigen bv óók werkgever zijn (zoals beschreven is in dit verdiepingsartikel).
Dga met dienstbetrekking verplicht verzekerd
Soms is een dga wél verplicht verzekerd, en moet de bv dus ook premies afdragen. Dat is het geval als de dga volgens de wettelijke criteria een dienstbetrekking heeft. Er zijn daarbij drie eisen: de werknemer moet een beloning krijgen, de werknemer moet de arbeid persoonlijk verrichten en er moet een gezagsverhouding bestaan tussen werkgever en werknemer.
In deze zaak moest het gerechtshof uitmaken of de vier dga’s een dienstbetrekking hadden bij een onderneming. De inspecteur had namelijk via een beschikking beslist dat het viertal verplicht verzekerd was voor de werknemersverzekeringen. De dga’s vonden van niet. De lijntjes binnen de onderneming liepen als volgt. De dga’s hadden allemaal een eigen holding, die samen alle aandelen hadden van een overkoepelende holding. Die overkoepelende holding was de statutair bestuurder van een werk-bv. Tussen deze twee ondernemingen was een managementovereenkomst (tool) gesloten. In die overeenkomst was onder meer afgesproken dat de holding medewerkers zou leveren die het dagelijkse bestuur op zich zouden nemen. Dat waren dus de vier dga’s.
Hof: geen arbeidsovereenkomst met werk-bv
De inspecteur moest bij het gerechtshof aantonen dat de dga’s in deze constructie een dienstbetrekking hadden bij de werk-bv. Maar volgens het hof was hij daar niet in geslaagd. De inspecteur voerde daarbij onder meer aan dat de dga’s fulltime of 32 uur per week werkten. Zodat ‘het niet anders kon’ dan dat zij niet alleen bestuurder waren maar ook meewerkend voorman. Maar het hof leidde uit verklaringen van de dga’s af dat het viertal alleen bestuurs- en managementtaken uitvoerde. Het hof kon nergens in de stukken een aanwijzing vinden dat de dga’s rechtstreeks met de werk-bv een arbeidsovereenkomst hadden gesloten. Ook betaalde de werk-bv de managementvergoedingen niet rechtstreeks aan de dga’s maar aan de holding. Al met al oordeelde het hof in dit geval dat de dga’s niet verplicht verzekerd waren. Toch hangt het sterk van de situatie af, want eind vorig jaar kwam de rechtbank in Arnhem in een zaak van drie dga’s met een management-bv juist tot een tegengesteld oordeel.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17 augustus 2021, ECLI (verkort): 7822