U bent hier

Onderneming & Administratie
Integrated reporting7. Duurzaamheid in de melkveehouderij7.1 Klimaatdoelstellingen voor melkveehouders

7.1 Klimaatdoelstellingen voor melkveehouders

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: april 2021

zelf-
voorzienend

samenwerking

acceptatie

Klimaatwet

Klimaat-akkoord

waardering

De melkveehouderij heeft onder meer te maken met:

  • de Commissie Grondgebondenheid van Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) en Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO). In het advies van de Commissie zijn in 2018 onderstaande bouwstenen geformuleerd:
  • zelfvoorzienend, dat betekent 65% eiwit van eigen land, voer als sturend element;
    • buurtcontracten in straal van 20 kilometer en samenwerking met boeren;
    • huiskavel met voldoende gras en maatschappelijke acceptatie;
    • krachtvoer van dichterbij en minder import van soja en palmpitten;
  • de Klimaatwet: hierin is vastgelegd dat Nederland in 2030 49% minder broeikasgassen moet uitstoten en in 2050 95% minder ten opzichte van 1990. Ieder kabinet moet zich hier aan houden. In de Klimaatwet staat niet hoe Nederland dat gaat doen. De inhoudelijke maatregelen zijn in het Klimaatakkoord afgesproken met de maatschappelijke partijen die aan het overleg deelnamen;
  • de Kringlooplandbouw: er wordt economisch maar ook ecologisch efficiënt slimmer gebruikgemaakt van natuurlijke processen. Ook wordt er zuiniger omgegaan met grondstoffen. Tegelijkertijd worden een aantrekkelijk landschap en boerennatuur omgezet in maatschappelijke waardering en interessante verdienmodellen.

Doelstellingen en ambities

aansturen

modernisering

Binnen de kaders van de bovenstaande programma’s moeten melkveehouders hun onderneming aansturen richting 2030. De hieruit geformuleerde doelstellingen en ambities zijn als volgt samen te vatten:

  • Methaan & veehouderij: het doel is 1 megaton (Mon). Ambitie en maatregelen methaanreductie is 1,1 Mton CO2-equivalent:
    • varkenshouderij: 0.3 Mton via warme sanering, opkooprechten en stalaanpassingen;
    • melkveehouderij en zuivel: dier en voeding, mestopslag en bemesting: 0.8 Mton methaan in CO2-equivalent;
    • reductie lachgas: 0.2 Mton.
  • Slimmer landgebruik: het doel is 1,5 Mton. Totale ambitie ligt tussen 1,8 en 2,0 Mton:
    • circa 1,0 Mton veenweide;
    • 0,5 Mton landbouwbodems buiten veenweide;
    • tussen 0,3 en 0,5 Mton bossen, bomen en natuur.
  • Kas als energiebron (zie hoofdstuk 6): het doel is 1 Mton extra. De ambitie is 1,8 Mton:
    • energiebesparing onder andere via Het Nieuwe Telen (zie hoofdstuk 6);
    • CO2- en duurzame warmtesysteem;
    • modernisering van kassen en gebiedsaanpak;
    • elektrificatie en koplopersaanpak.

Het doel is dus in totaal 3,5 Mton en de ambitie ligt tussen 4,9 en 5,1 Mton.

Voor de reductiemaatregelen zijn verschillende oplossingen bedacht en voorgelegd aan de overheid. Deze zullen vervolgens worden vertaald naar de Klimaatwet en worden opgenomen in het Klimaatakkoord.