Let op fysieke belasting bij zwangere werkneemsters
Uit voorzorg voor het ongeboren kind moeten zwangeren niet werken op plekken waar de fysieke belasting hoog is. De belastbaarheid van vrouwen verandert door de zwangerschap. Ook na de bevalling is dit een punt van aandacht.
Tijdens de zwangerschap en net na de bevalling is de werkneemster extra kwetsbaar. Vandaar dat de werkgever zich zodra hij weet dat een werkneemster zwanger is, moet houden aan de regels rond zwangerschap. Om de aanstaande moeder en het ongeboren kind te beschermen zijn er regels voor de arbeidstijden en de arbeidsomstandigheden. Zo moet de zwangere voldoende pauzes nemen, mag ze niet te lang werken en geen nachtdiensten draaien. Ook blootstelling aan schadelijke stoffen en zware fysieke belasting moet voorkomen worden.
Preventieve maatregelen nemen
In sectoren waar lichamelijke inspanning bij het werk hoort, moeten werkgevers preventieve maatregelen nemen om overbelasting te voorkomen. In de horeca, de kinderopvang of de zorg bijvoorbeeld zijn werkgevers verplicht voorlichting te geven over de gevaren van te zware fysieke inspanning en het belang van een goede werkhouding. Ook moeten zij instructie geven over gezonde manieren van dragen en tillen. Daarnaast kunnen zij hulpmiddelen ter beschikking stellen om de belasting te verlagen zoals tilhulpmiddelen (infographic) of dragen en tillen zo veel mogelijk voorkomen.
Op de juiste manier tillen
Voor werkneemsters die zwanger zijn, gelden aparte regels. Gedurende de hele zwangerschap moeten ze bukken, hurken of knielen zo veel mogelijk voorkomen, net als tillen. Is dragen en tillen tijdens het werk niet te voorkomen, let er dan op dat er niet meer dan tien kilo in een keer wordt getild. Vanaf de twintigste week geldt een maximum van niet vaker dan tien keer per dag vijf kilo handmatig tillen en vanaf de dertigste week niet vaker dan vijf keer vijf kilo. Zorg ervoor dat zwangere werkneemsters in de laatste drie maanden niet vaker dan 1 keer dag bukken, hurken en knielen.