U bent hier

OR & Medezeggenschap
Maximumbedragen beslagvrije voet per 1 juli iets omhoog

Maximumbedragen beslagvrije voet per 1 juli iets omhoog

Sinds 1 januari 2021 geldt de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet die de berekeningswijze van de beslagvrije voet vereenvoudigt en de normbedragen doet vervallen. De hoogte van de beslagvrije voet hangt nu af van de hoogte van het inkomen van een werknemer. Wel gelden er nog maximale bedragen voor de beslagvrije voet. Die gaan per 1 juli 2021 iets omhoog.

Veel werkgevers krijgen te maken met een loonbeslag. De schuldeiser legt dan beslag op een deel van het loon van een werknemer met schulden. Een deel van zijn loon mag de werknemer houden voor zijn levensonderhoud en vaste lasten, dat is de zogenoemde beslagvrije voet.
Met de inwerkingtreding van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet zijn per 1 januari 2021 de oude normbedragen komen te vervallen en geldt er één berekeningswijze van de beslagvrije voet. Daarbij is de beslagvrije voet afhankelijk van de hoogte van het inkomen van een werknemer. Hierbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen een hoog, midden en laag inkomen. Voor werknemers met een hoog inkomen – zij hebben geen recht op toeslagen – gelden de volgende maximumbedragen vanaf 1 juli 2021:

  • voor een alleenstaande: € 1.664,51;
  • voor een alleenstaande ouder: € 1.782,62;
  • voor gehuwden zonder kinderen: € 2.203,77;
  • voor gehuwden met een of meer kinderen: € 2.321,89.

Belastingdienst kan beslagvrije voet nog niet herzien

Om de vereenvoudigde beslagvrije voet te berekenen moet de beslagleggende partij een rekenmodule gebruiken. Begin juni liet demissionair minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer weten dat onder meer alle gerechtsdeurwaarders, UWV en ongeveer twee derde van alle gemeenten en waterschappen de rekenmodule gebruiken. Het deel van de gemeenten en waterschappen dat de rekenmodule nog niet gebruikt, past op grond van de overgangstermijn nog de oude beslagvrije voet toe of legt nog geen beslag. Zij moeten uiterlijk vanaf 1 juli 2021 de vereenvoudigde beslagvrije voet toepassen.
De Belastingdienst beschikt over een eigen rekenmodule, maar kan de beslagvrije voet in bepaalde gevallen nog niet herzien. De oorzaak ligt in de systemen die op dit moment worden verholpen. Lopende vorderingen die ouder zijn dan twaalf maanden zijn daarom stopgezet en de betreffende schuldenaren en hun werkgevers zijn hierover geïnformeerd.