U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Aanpassingen aan bhv bij terugkeer naar kantoor na corona

Aanpassingen aan bhv bij terugkeer naar kantoor na corona

Als werknemers weer terugkeren naar het werk, moet de bhv georganiseerd worden volgens het ‘nieuwe normaal’. Meestal zijn daarvoor wel een aantal aanpassingen nodig in de aanpak, bijvoorbeeld bij evacueren.

De bedrijfshulpverlening moet aangepast worden aan het nieuwe normaal als de werknemers terugkeren naar hun werkplekken. Allereerst betekent dit natuurlijk dat goed moet worden geïnventariseerd dat er op ieder moment voldoende bhv’ers aanwezig zijn. Bij het werken met aanwezigheidsroosters kan dat snel over het hoofd gezien worden, zeker in de komende vakantieperiode. Verder moet het noodplan worden aangepast aan de nieuwe situatie, waarin werknemers mogelijk op andere plekken zitten of meer verspreid vanwege de eis om 1,5 meter afstand te houden. Verder verdient het ook aanbeveling om na de terugkeer snel een brandoefening te houden. Mensen hebben een andere werkplek gekregen of het kantoor is anders ingedeeld, waardoor het goed is te wennen aan de nieuwe situatie als zich een ontruiming voor mocht doen. Omdat nog een kleine groep werknemers een tweede vaccinatie moet krijgen, is het goed als de bhv'ers daar de bijwerkingen van kunnen herkennen.

Voor reanimeren vrijwel dezelfde aanpak

Voor wat betreft reanimaties wordt nog steeds de aanpak geadviseerd die ook tijdens corona al gold. Als het om iemand gaat die niet verdacht wordt van een coronabesmetting, is nog steeds het advies om niet meer dan 2 bhv’ers te betrekken bij de reanimatie en om geen mond-op-mondbeademing te geven. Verder geldt natuurlijk het algemene advies dat na de reanimatie handen en armen goed gedesinfecteerd moeten worden (tool). De aanbevolen regels bij mensen die mogelijk wél een COVID-besmetting hebben, raden ook beademing af. De bhv’er moet proberen de ademhaling met borstcompressies en een AED op gang te houden of te krijgen. Ook wordt geadviseerd dan de mond van het slachtoffer licht te bedekken met een losse doek of mondkapje.