Kosten buitenshuis eten IB-ondernemer niet aftrekbaar
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting die een ruimte huurt om zijn werkzaamheden te verrichten mag de kosten hiervan aftrekken. Maar de kosten van de maaltijden die hij daar nuttigt kan hij niet in aftrek brengen. Deze zijn niet zakelijk volgens de rechter.
Een ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB) kan de door hem gemaakte kosten alleen in aftrek brengen als hij hiervan de zakelijkheid kan aantonen. Om de vraag of de door een IB-ondernemer in aftrek gebrachte kosten wel zakelijk genoeg waren ging het in de volgende zaak.
Maaltijdkosten waren niet zakelijk
Een consultant huurde om zijn werkzaamheden te doen buiten zijn woonplaats ruimtes. De huurkosten trok hij af van zijn inkomen. Daarnaast bracht hij ook de kosten die hij aan maaltijden in deze ruimtes besteedde in mindering op zijn winst (tool). Daar was de inspecteur het echter niet mee eens want die vond dat het geen zakelijke kosten maar privékosten waren omdat eten gewoon een noodzakelijk iets is.
Noodzaak tot eten is er altijd
De consultant stapte naar de rechter maar daar ving hij ook bot. De rechter gaf aan dat niet automatisch mag worden geconcludeerd dat als de kosten van een verblijf elders zakelijk zijn, de daar verder gemaakte kosten dan ook zakelijk zijn. In dit geval waren de maaltijdkosten niet aftrekbaar omdat de noodzaak tot eten ook bestaat als de ondernemer niet buiten zijn woonplaats in gehuurde ruimtes zijn werkzaamheden zou verrichten. De maaltijdkosten hadden daarmee een privékarakter en de ondernemer mocht ze dus niet aftrekken.
IB-ondernemer is geen werkgever
De consultant probeerde nog een vergelijking met een werkgever te maken. Die mag immers wel de maaltijdkosten van een buitenshuis werkende werknemer aftrekken. Maar daar was de rechtbank ook niet voor te porren. De maaltijdkosten kan een werkgever alleen aftrekken als hij verplicht is deze te vergoeden en die verplichting vloeit voort uit de arbeidsrelatie. Dit is toch echt wel wat anders dan hoe het met een IB-ondernemer werkt. De inspecteur had de aftrek van de kosten van de maaltijden dus terecht afgewezen.
Rechtbank Zeeland West-Brabant, 3 juni 2021, (gepubliceerd 13 juni 2021), ECLI (verkort): 2724