Verlenen van eerste hulp soms geen sinecure

Een van de taken van de bhv is het verlenen van eerste hulp. Dat kan zowel fysiek als emotioneel behoorlijk zwaar zijn. Bijvoorbeeld als de bhv’er moet reanimeren in afwachting van de hulpdiensten. Een goede opleiding helpt hierbij.

Een belangrijke taak van de bedrijfshulpverlener is het bieden van eerste hulp in afwachting van de hulpdiensten. De eerste hulp is erop gericht om verder gevaar en verdere gezondheidsschade voor het slachtoffer te voorkomen. Een bhv’er (infographic) overbrugt zo de cruciale periode die verstrijkt  tussen het ongeval of incidenten het arriveren van professionele hulpverleners. Wie verzuimt alarm te slaan, komt in een situatie terecht waarin hij onnodig lang moet reanimeren. Alarmeren is daarom de eerste actie in het geval van nood. Daarna start de eerste hulp.

EHBO-opleiding volgen

Een bhv’er (tool) moet voorbereid zijn op een mogelijke reanimatie. Dat doet hij allereerst door een bhv- of EHBO-opleiding te volgen. Daar leert hij wat hij moet doen als iemand onwel wordt. Als zo’n situatie zich daadwerkelijk voordoet, moet de bhv’er snel handelen. Daarom moet hij ook de volgende kennis en hulpmiddelen hebben:

• alarmnummers van zowel hulpdiensten als interne alarmnummers;
• de eerstehulpmiddelen die zijn afgestemd op de RI&E van de organisatie;
• de AED (defibrillator). De bhv’er moet weten waar de dichtsbijzijnde AED is;
• eventueel extra maatregelen voor het reanimeren, zoals een beademingsmasker.

Voorbereiden op reanimatie

Ook de volgende hulpmiddelen kunnen van pas komen bij het uitvoeren van een reanimatie:

• de luidsprekerfunctie op zijn mobiele telefoon;
• een app met instructies bij eerste hulp, bijvoorbeeld van de Hartstichting en het Rode Kruis;
• toegang tot een reanimatie-oproep netwerk.

De bhv’er moet geestelijk voorbereid zijn op een reanimatie. Een reanimatie is ingrijpend en emotioneel zwaar. Het komt daarom altijd aan bod tijdens bhv-herhaalcursussen. Voordat een bhv’er gaat reanimeren moet hij een beeld zien te krijgen van de conditie van het slachtoffer. Is het slachtoffer aanspreekbaar, dan kan deze zelf vertellen wat er is gebeurd. Anders moeten eventuele getuigen dat doen.