Vijf jaar de tijd voor afbetalen uitgestelde belasting
Ondernemers krijgen langer de tijd om de berg uitgestelde belastingschulden terug te betalen. Zij mogen daar vijf jaar over doen in plaats van drie jaar, en ze hoeven pas in 2022 te beginnen met aflossen. Daar staat tegenover dat belastingplichtigen vanaf 1 juli 2021 weer gewoon op tijd hun belastingen moeten gaan betalen. Dan is het uitstel echt afgelopen.
Om het bedrijfsleven door de coronacrisis te loodsen geeft de Belastingdienst al sinds vorig jaar bijzonder uitstel van betaling. Ondernemingen kunnen uitstel krijgen voor tal van belastingen, zoals BTW, loonheffingen en vennootschapsbelasting. Inmiddels is er al voor een slordige € 16 miljard aan belastingen uitgesteld.
Kabinet wil belastingschulden niet kwijtschelden
Ondernemend Nederland hoopte dat van uitstel misschien afstel zou komen. Maar die hoop maakt het kabinet vakkundig met de grond gelijk in de Kamerbrief (pdf) met uitleg over de nieuwe ronde van coronasteun. Daarin staat namelijk klip en klaar dat het kabinet niet kiest voor het volledig of deels kwijtschelden van belastingschulden. Kort gezegd levert zo’n algemene maatregel naar de smaak van het kabinet te veel willekeur op.
In tegenstelling tot andere regelingen voor coronasteun (tool) wordt het uitstel van belastingbetaling ook niet verlengd na 1 juli 2021. Eerder heeft de Belastingdienst ondernemers al dringend opgeroepen om toch vooral uitstel aan te vragen vóór 1 juli. Die deadline blijft dus staan, tenzij de Tweede Kamer nog ingrijpt. Zo niet, dan moeten ondernemingen na die datum weer gewoon op tijd aan hun nieuwe betalingsverplichtingen voldoen. Voor ondernemingen waar het uitstel al vóór 1 juli afloopt geldt dat al eerder.
Aflossen belastingschuld mag vijf jaar duren
Om ondernemingen meer lucht te geven bij het wegwerken van de belastingschulden wil het kabinet wel de aflossingstermijn verruimen. Aanvankelijk zouden ondernemingen uiterlijk op 1 oktober 2021 moeten starten met terugbetalen en zouden zij daarvoor drie jaar de tijd krijgen. De nieuwe startdatum wordt 1 oktober 2022, en de aflossingstermijn gaat naar vijf jaar. Sneller mag ook natuurlijk, benadrukt de Belastingdienst.
Als extra steun blijft ook de invorderingsrente tot 2024 lager. Belastingplichtigen die te laat zijn met het betalen van hun aanslag betalen deze rente. Sinds maart vorig jaar staat de invorderingsrente op 0,01% en dit blijft tot eind dit jaar zo. Vanaf 1 januari 2022 gaat de rente naar 1%, op 1 juli 2022 naar 2% en op 1 januari 2023 naar 3%. Op 1 januari 2024 is de invorderingsrente terug op het ‘normale’ niveau van 4%.
Versoepeling urencriterium stopt op 1 juli
De soepele omgang met het urencriterium (tool) stopt ook per 1 juli 2021. Tot die datum gaat de Belastingdienst ervan uit dat ondernemers 24 uur per week aan hun onderneming besteden, zodat zij niet onterecht hun recht op ondernemersaftrek verliezen. Maar vanaf 1 juli vindt het kabinet dat niet meer nodig en tellen weer alleen de werkelijk gemaakte uren.
Verder zijn onder meer deze belastingmaatregelen wél verlengd tot 1 oktober 2021:
- Onbelast vergoeden van vaste reiskostenvergoeding.
- Versoepeling van administratieve verplichtingen in de loonheffingen.
- Aanvragen van een betaalpauze voor de hypotheek.
- BTW-tarief van 0% op mondkapjes.