U bent hier

Onderneming & Administratie
Vaste reiskostenvergoeding weer langer: tot 1 oktober

Vaste reiskostenvergoeding weer langer: tot 1 oktober

Het demissionaire kabinet verlengt de goedkeuring rondom de onbelaste vaste reiskostenvergoeding tot 1 oktober 2021. De voorwaarden blijven hetzelfde.

Het kabinet heeft besloten dat een werkgever in ieder geval tot 1 oktober 2021 geen gevolgen hoeft te verbinden aan een veranderd reispatroon van de werknemer die veel meer thuiswerkt door de maatregelen in verband met de coronacrisis. De werkgever mag blijven uitgaan van de feiten waarop de onbelaste vaste reiskostenvergoeding is gebaseerd en tot 1 oktober voor de vaste onbelaste reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer de thuiswerkdagen als reisdagen zien. De goedkeuring zou eindigen per 1 juli 2021, maar is nu weer verlengd. De maatregel is onderdeel van een nieuwe verlenging van de coronasteun van de overheid. 

Let op bij cafetariaregeling

De woon-werkverkeervergoeding kan de werkgever dus gericht vrijgesteld – en daarmee onbelast voor de werknemer – blijven betalen tot 1 oktober. Voorwaarde is wel dat de werkgever deze aanwijst als eindheffingsloon. Bovendien geldt als voorwaarde voor toepassing van de goedkeuring dat de werknemer op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht op de vergoeding had. Voor de periodieke vergoeding zal dat meestal wel het geval zijn. Maar heeft de organisatie een cafetariaregeling (artikel) waarbij werknemers kunnen kiezen of zij een belast loonbestanddeel, zoals een eindejaarsuitkering, willen uitruilen tegen een hogere onbelaste reiskostenvergoeding? Dan moest de werknemer uiterlijk 12 maart 2020 zijn keuze hebben aangegeven. Geven werknemers altijd aan het eind van het lopende jaar aan dat zij een deel van hun eindejaarsuitkering willen uitruilen voor een hogere reiskostenvergoeding? Dan is alleen de uitruil over de daadwerkelijke reisdagen gericht vrijgesteld.