Start aanvraagtijdvak subsidieregeling praktijkleren
Van 2 juni 2021 tot en met 16 september 2021 is het voor werkgevers mogelijk een aanvraag in te dienen voor de subsidieregeling praktijkleren voor het studiejaar 2020/2021. Dit jaar gelden een aantal afwijkende en nieuwe regels.
Werkgevers die praktijk- of leerwerkplekken aanbieden, kunnen voor de begeleiding van studenten en scholieren een tegemoetkoming ontvangen via de subsidieregeling praktijkleren (tool). Tot 2023 is het jaarlijkse subsidiebudget bijna € 203 miljoen, waarvan ruim 96% bestemd is voor het mbo. Per praktijk- of leerwerkplek kan een organisatie maximaal € 2.700 subsidie ontvangen. Als er voor een onderwijscategorie meer aanvragen zijn dan er budget is, wordt het budget eerlijk verdeeld.
Extra subsidie voor bepaalde sectoren
Leerbedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie kunnen bovenop de gebruikelijke subsidie praktijkleren een extra subsidiebedrag aanvragen als zij een bbl-leerplek aanbieden aan een mbo’er. Tot en met studiejaar 2020-2021 bedraagt het extra budget jaarlijks € 10,6 miljoen. Daarnaast is voor het hbo nog eens € 5,5 miljoen beschikbaar voor sectoren met tekorten. Deze sectoren kunnen bovenop de uitkering van € 2.700 extra subsidie ontvangen. Het gaat onder andere om de deeltijd en duale hbo-opleidingen in de techniek en zorg.
Vanaf 1 juli aanvraag strengere toegang aanvraagloket
De aanvraag verloopt via de website van de RVO. Van 2 juni 2021 tot en met 30 juni 2021 is het voor de aanvraag nog mogelijk met eHerkenning betrouwbaarheidsniveau 1 of 2 in te loggen. Vanaf 1 juli 2021 is minimaal niveau 3 met machtiging 'RVO diensten op niveau eH3' vereist. Organisaties die nog niet over het juiste middel beschikken, kunnen de eHerkenning aanpassen naar een hoger betrouwbaarheidsniveau en de juiste machtiging aanvragen. Hier staat ongeveer een aanschaftijd van twee weken voor. Medio december ontvangen aanvragers de beslissing over de subsidie en krijgen zij deze uitbetaald.
Gevolgen coronacrisis voor subsidie
Als gevolg van de coronamaatregelen hebben sommige werkgevers te maken gehad met een gedwongen bedrijfssluiting, waardoor de studenten niet de uren gemaakt hebben die minimaal vereist zijn voor de subsidieregeling. Aangezien de hoogte van de subsidie gebaseerd wordt op het aantal weken dat een erkend leerbedrijf de studenten begeleidt, worden de weken vanaf 16 december 2020 waarin de werkgevers de studenten niet konden begeleiden wegens een gedwongen bedrijfssluiting, door de RVO niet in mindering gebracht op het subsidiebedrag. Hetzelfde geldt voor organisaties die niet gedwongen gesloten waren, maar toch moesten sluiten omdat het openhouden van de organisatie niet verantwoord was.