Hof verwerpt beroep op overmacht voor te late aangifte
De wet stelt dat iedere belastingplichtige binnen de termijn aangifte moet doen. Tenzij er sprake is van overmacht. Maar diverse rechtszaken laten zien dat er behoorlijk wat van belastingplichtigen verwacht wordt om tóch op tijd te zijn. In een recente zaak zag het gerechtshof in een auto-ongeluk onvoldoende reden voor een beroep op overmacht.
De termijnen voor aangiftes of voor het indienen van een bezwaarschrift (tool) zijn nogal strikt. Maar soms kunnen belastingplichtigen een beroep doen op verzachtende omstandigheden. Als iemand bijvoorbeeld écht niet in staat was om op tijd bezwaar te maken, kan een rechter oordelen dat de inspecteur het bezwaar toch in behandeling moet nemen. Dan is er sprake van een ‘verschoonbare’ termijnoverschrijding.
Onderneemster vraagt uitstel voor aangifte
Maar daar komt een rechter niet zomaar aan toe. Als de belastingplichtige ziek op bed lag toen de deadline voor het bezwaarschrift (tool) verliep, is dat niet snel verschoonbaar. Want dan mag van diegene verwacht worden dat hij iemand anders inschakelt om het bezwaar op tijd in te sturen.
In deze zaak bij het Haagse gerechtshof ging het om het indienen van de aangifte inkomstenbelasting (toolbox) over het jaar 2016. De onderneemster in kwestie had uitstel gevraagd voor die aangifte en kreeg dat ook. Toen er op de deadline van 1 september 2017 nog niks binnen was, stuurde de inspecteur een herinnering voor de aangifte. Hij gaf de onderneemster de tijd tot 6 oktober. Daarna volgde nog een nieuwe deadline van 17 november. Uiteindelijk deed de onderneemster in 2019 aangifte over 2016, kort nadat de inspecteur de aanslag inkomstenbelasting had opgelegd.
Is de ‘vereiste’ aangifte gedaan?
In de rechtszaal was onder meer de vraag of de onderneemster de ‘vereiste’ aangifte had gedaan. Dat wil zeggen: de inspecteur had haar gevraagd om aangifte te doen, dus dan is het vereist om dat ook binnen de termijn te doen. De onderneemster voerde aan dat zij vanwege overmacht geen aangifte had kunnen doen. Zij had namelijk een ernstig auto-ongeluk meegemaakt en had daarbij een whiplash opgelopen. Zij was dus niet in staat om de administratie te voeren. En bovendien kon ze niet bij de bedrijfsadministratie, omdat haar boekhouder die weigerde af te geven.
Hof: onderneemster had vervanger moeten zoeken
Maar het hof verwierp het beroep op overmacht. De onderneemster was op de hoogte van de ‘noodzaak van het tijdig doen van aangifte’, omdat zij eerder uitstel had gevraagd. De onderneemster had volgens het hof een tijdelijke vervanger of vertegenwoordiger moeten zoeken toen zij door het auto-ongeluk niet aan haar fiscale verplichtingen kon voldoen. De vervanger had de omstandigheden uit kunnen leggen en nog een keer uitstel kunnen vragen, of de aangifte kunnen doen. Door dit niet te doen was het volgens het hof aan de onderneemster toe te rekenen dat de aangifte niet op tijd was gedaan.
Gerechtshof Den Haag, 21 april 2021 (publicatiedatum 11 mei 2021), ECLI (verkort): 783