Vastgoed is privé-investering dga en geen aftrekpost bv

Een bv kan een waardedaling van een vordering vaak aftrekken van de winst. Maar dan moet wel heel duidelijk zijn dat het een vordering is van de bv en niet van de directeur-grootaandeelhouder (dga) van die bv. Zo zag een bv bij de rechtbank in Arnhem een flinke afwaardering vervliegen.

Dga’s kunnen zelf allerlei overeenkomsten sluiten met hun bv’s, zoals voor de aankoop van een woning (tool) of voor een andere lening. Deze afspraken moeten dan wel goed schriftelijk zijn vastgelegd (artikel) en marktconform zijn. Rondom die afspraken gaat het ook geregeld mis in de rechtszaal. Maar in dit geval ging het erom dat de dga zelf overeenkomsten met anderen sloot, en niet zijn bv.

Aftrekpost voor ‘waardeverandering van vorderingen’

Het ging in deze zaak om een dga die € 500.000 leende aan een vastgoedmaatschappij. Later sloot hij ook nog een overeenkomst voor de overname van een derde van de aandelen in die maatschappij. De financiering van die investering liep via zijn bv.
Vanwege de transacties claimde de bv van de dga in de aangifte vennootschapsbelasting een aftrekpost voor ‘waardeverandering van vorderingen’. Die aftrekpost bedroeg ruim € 740.000. De inspecteur ging daar niet mee akkoord, omdat de bv helemaal geen vordering had op de vastgoedmaatschappij. De bv had hooguit nog geld tegoed van de dga zelf, vanwege de financiering. Maar volgens de inspecteur zou de dga dat geld best terug kunnen betalen aan de bv. De vordering op de dga was dus inbaar en daarom kon de bv die niet aftrekken van de winst.

Afwaardering terecht geweigerd, vindt rechter

De rechtbank in Arnhem kwam tot dezelfde conclusie als de inspecteur. De rechter wees erop dat de dga zowel de lening als de optieovereenkomst zelf in privé had gesloten. De bv had niet aannemelijk gemaakt dat die overeenkomsten aan de bv waren toe te rekenen. Dat de dga de investeringen financierde via de bv maakte dat volgens de rechtbank niet anders. Daarmee had de bv dus ook geen vordering op de vastgoedmaatschappij en viel er niets af te waarderen.
Rechtbank Gelderland, 25 maart 2021 (publicatiedatum 30 april 2021), ECLI (verkort): 1407