U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Bedoeling van partijen in overeenkomst kan overboord

Bedoeling van partijen in overeenkomst kan overboord

Minister Koolmees heeft in een Kamerbrief gereageerd op het arrest van de Hoge Raad waarin werd aangegeven dat de bedoeling van partijen bij de vraag of er een arbeidsrelatie aanwezig is er niet toe doet. Hij geeft hierin aan wat voor effecten dit arrest voor de webmodule, de modelovereenkomsten en de aanbevelingen om de arbeidsrelatie te moderniseren heeft.

Onze hoogste rechter heeft in het arrest van 6 november 2020 gezegd dat de bedoeling van partijen niet van belang is bij de beoordeling of een arbeidsrelatie op basis van een arbeidsovereenkomst bestaat (de kwalificatie van de arbeidsrelatie). Beslissend is of ’de tussen partijen overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst zoals die in het Burgerlijk Wetboek is opgenomen. Als die rechten en verplichtingen voldoen aan de (wettelijke) beschrijving van de arbeidsovereenkomst, is per definitie sprake van een arbeidsovereenkomst, met bijbehorende rechten en plichten voor de werkgever en werknemer’.

Rechten en verplichtingen van belang

Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft nu in een Kamerbrief zijn reactie op dit arrest gegeven. Hij stelt dat ondanks het arrest het niet zo is dat de partijbedoeling in het geheel geen rol meer zou spelen in de rechtspraktijk. Er moet bij de beoordeling toch eerst worden gekeken naar welke rechten en verplichtingen partijen onderling zijn overeengekomen. Daarbij moeten niet alleen de rechten en verplichtingen worden meegenomen die partijen bij het sluiten van de overeenkomst bedoelden, maar moet ook worden gekeken naar de wijze waarop partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst en welke inhoud ze eraan hebben gegeven. Als er dan een verschil van mening is, is het aan de rechter om te beoordelen tot welke overeenkomst deze set aan rechten en verplichtingen leidt.

Beleidsinstrumenten aanpassen met inachtneming arrest

Het arrest met natuurlijk ook worden meegenomen in de beleidsinstrumenten die zijn ontwikkeld om meer duidelijkheid te scheppen over de arbeidsrelatie. In de webmodule beoordeling arbeidsrelatie speelt de partijbedoeling al geen rol voor de bepaling van de arbeidsrelatie. Hieraan hoeft het kabinet dus geen veranderingen te doen. De modelovereenkomsten moet de Belastingdienst wel nog aanpassen aan het arrest. Maar al goedgekeurde modelovereenkomsten verliezen niet hun werking.

Aanbevelingen ter modernisering

De Commissie Regulering van Werk heeft in een (eind)rapport een aantal aanbevelingen gedaan waardoor er een betere afbakening zou moeten komen tussen werknemer en zelfstandigen. Zo beveelt zij, net zoals in het arrest, dat de partijbedoeling geen rol mag spelen bij de bepaling van de arbeidsrelatie. Dat sluit ook aan bij het Europees werknemersbegrip waar de feiten en omstandigheden doorslaggevend zijn voor de bepaling van de arbeidsrelatie in plaats van de bedoeling van partijen. Ook moet wettelijk worden vastgelegd dat de organisatie en het type activiteiten (regulier of niet) ook een belangrijke rol spelen bij de bepaling.
In de Kamerbrief geeft de minister ook aan dat er onlangs een voorstel is gedaan voor een werknemer, tenzij-benadering. Deze luidt: iedere werkende die voor een ander tegen beloning gedurende zekere tijd arbeid verricht, wordt vermoed deze arbeid te verrichten krachtens arbeidsovereenkomst tenzij aangetoond wordt dat de werkende geen werknemer is.