Betalingskorting VPB blijft nog in 2022
Het kabinet heeft op een rijtje gezet wat er de komende tijd nog te verwachten valt aan fiscale plannen, evaluaties en onderzoeken. Zo zou binnenkort een onderzoek klaar moeten zijn naar de zogeheten ‘vermogensaftrek’ voor bv’s. Ook is bevestigd dat de betalingskorting voor de vennootschapsbelasting (VPB) ook in 2022 nog geldt.
Die betalingskorting geldt voor ondernemingen die hun voorlopige VPB-aanslag in één keer betalen in plaats van in termijnen. Aanvankelijk zou die korting met ingang van 2021 afgeschaft worden, maar dat is vanwege technische problemen niet gelukt. Daarom werkt het kabinet nu aan wetgeving om te zorgen dat de korting vanaf 1 januari 2023 verdwijnt. In 2022 geldt de korting dus nog wel.
Vermogensaftrek: fiscaal voordeel op eigen vermogen
De betalingskorting in de VPB is maar één van de onderwerpen uit een uitgebreide brief over ‘afgedane en lopende moties’ die het ministerie van Financiën naar de Eerste en Tweede Kamer heeft gestuurd. In die lange lijst staat ook het eerder beloofde onderzoek naar een ‘vermogensaftrek’. Simpel gezegd geeft zo’n regeling ondernemingen fiscaal voordeel op eigen vermogen. Ter illustratie: in 2010 heeft een onderzoekscommissie voorgesteld om een bv met een positief eigen vermogen een forfaitaire aftrek te geven van bijvoorbeeld 4% van dat eigen vermogen.
De vermogensaftrek is in beeld (artikel) omdat het kabinet wil proberen om eigen en vreemd vermogen fiscaal gezien meer gelijk te behandelen. De rente op vreemd vermogen zoals leningen is nu namelijk tot op zekere hoogte aftrekbaar in de VPB. Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën heeft eerder al gezegd dat die aftrekbaarheid ‘een verkeerde prikkel’ is en dat die verder beperkt moet worden (artikel). Het onderzoek naar al deze aspecten zou vrij snel klaar moeten zijn, want volgens de brief wordt het ‘in het voorjaar’ opgeleverd.
Evaluatie box 3 en regelingen bedrijfsopvolging
Ook loopt er nog een onderzoek om de fiscale behandeling van ondernemers voor de inkomstenbelasting (zoals zzp’ers) en VPB-plichtige ondernemers meer gelijk te trekken. De Eerste Kamer heeft om dat onderzoek gevraagd, omdat het voor de belasting van de winst eigenlijk niet uit zou moeten maken welke rechtsvorm de ondernemer kiest. De resultaten van dit onderzoek komen in de eerste helft van 2021.
Volgens het overzicht in de brief komt er dit jaar ook een hele reeks evaluaties van fiscale regelingen aan. Daarbij staan onder meer de belasting op sparen en beleggen in box 3 van de inkomstenbelasting op de rol, en de fiscale regelingen voor bedrijfsopvolging.