U bent hier

OR & Medezeggenschap
Grenzen stellen aan fysieke belasting op het werk

Grenzen stellen aan fysieke belasting op het werk

Werknemers die werk doen met zware lichamelijke inspanning lopen risico fysiek overbelast te raken. De werkgever moet dit voorkomen. Maar wanneer is er sprake van overbelasting? Er zijn verschillende hulpmiddelen om dat te bepalen.

Voor fysieke overbelasting bestaan geen wettelijke grenswaarden. Wel is er een gezondheidskundige grenswaarde voor hoeveel een werknemer kan dragen of tillen en er zijn vuistregels zonder dat het hem schade toebrengt. Ook zijn er verschillende beoordelingsmethodieken waarmee kan worden vastgesteld of overbelasting (artikel) dreigt. Daarnaast is het verstandig om de arbocatalogus van de eigen branche te gebruiken. Daarin staan normen en oplossingen voor de risico’s die specifiek zijn in een bepaalde branche zoals in de bouw, de horeca, kinderopvang en de zorg.  

Er niet op los tillen

Het is dus niet zo dat werknemers er maar op los mogen tillen. De werkgever moet instructies geven en voorlichting over veilige manieren om het lichaam te belasten (infographic). Methoden om te beoordelen wat een redelijke grenswaarde is, zijn:

  • tillen en dragen: NIOSH-methode tillen;
  • duwen, trekken en knijpen: KIM (Key Indicator Method);
  • repeterende bewegingen: KIM manuele handelingen;
  • ongunstige werkhoudingen: WHI (werkhoudingsinstrument).

Tillen in een ideale situatie

In de praktijk komt onder andere de grenswaarde van 23 kilo veel voor. Dit is het gewicht dat maximaal toelaatbaar is voor de ideale tilsituatie. Deze grens valt natuurlijk lager uit als de situatie minder goed is, bijvoorbeeld doordat iemand niet dicht bij het lichaam kan tillen. Het maximaal toegestane gewicht kan dus ook 15 kilo zijn. De werknemer kan dit beoordelen met de NIOSH-formule. Die kijkt ook naar de omstandigheden, zoals de afstand waarover iets verplaatst moet worden, en de beweging die het lichaam moet maken om dit te doen.