Bij bezwaar per mail moet fiscus herstelkans bieden
Een belastingplichtige die een bezwaar per mail indient bij de Belastingdienst moet van de fiscus de mogelijkheid krijgen om het bezwaar alsnog schriftelijk in te sturen. Geeft de inspecteur de belastingplichtige de kans niet om dit verzuim te herstellen dan is het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
Is een belastingplichtige het niet eens met een aanslag of beschikking dan moet hij binnen zes weken na dagtekening van de aanslag/beschikking een bezwaarschrift (tool) indienen bij de Belastingdienst. Dit moet schriftelijk per post. De man in deze zaak had echter per mail bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag BPM op 28 juli 2017. In deze mail stond dat het bezwaarschrift per post zou worden nagezonden. Na de ontvangst van een aanmaning en dwangbevel gaf de man aan dat al bezwaar was gemaakt en stuurde een kopie ervan naar de inspecteur op 21 november 2017. De inspecteur verklaarde het bezwaarschrift niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding. De man ging hiertegen in beroep.
Mail speelde rol voor ontvankelijkheid
De rechtbank gaf de inspecteur gelijk omdat de man niet kon aantonen dat er op tijd een bezwaarschrift was ingediend. Bij het gerechtshof liep het echter wat anders. De man gaf aan dat het bezwaarschrift op 28 juli per mail en ook per (niet-aangetekende) post was verstuurd. Hij had voor deze manier gekozen omdat het volgens hem regelmatig gebeurde dat een per post verstuurd bezwaarschrift niet door de inspecteur was ontvangen. Hof Arnhem-Leeuwarden gaf de man gelijk. Het bezwaarschrift was weliswaar per mail maar ruim binnen de bezwaartermijn ontvangen. Het was echter niet te controleren of het bezwaar ook op tijd op de post was gedaan. Maar dat wil niet zeggen dat voor de ontvankelijkheid van het bezwaar de mail geen rol speelde.
Kans moeten krijgen om verzuim te herstellen
De inspecteur had de man de kans moeten geven om het verzuim (indiening van bezwaar moet per post en niet per mail) te herstellen binnen een bepaalde termijn. Zo is ook het beleid van de Belastingdienst. Nu hij dit niet heeft gedaan is het bezwaar onterecht niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep van de man werd dus gegrond verklaard en de inspecteur moet opnieuw uitspraak doen in deze zaak.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 6 april 2021, ECLI (verkort): 3273