OR let op: één op tien werkgevers bespiedt thuiswerker
Eén op de tien werkgevers houdt met speciale software de productiviteit van thuiswerkende werknemers in de gaten. Dat concludeert vakbond CNV uit eigen onderzoek. Het monitoren van prestaties of gedrag van werknemers mag niet zomaar. Eén belangrijke voorwaarde is dat de ondernemingsraad (OR) ermee heeft ingestemd.
Bij een rondvraag onder 1.200 CNV-leden gaf 14% aan dat hun werkgever hun productiviteit thuis controleert. CNV schat dat het om zeker een half miljoen werknemers gaat. Softwareleveranciers zagen sinds het begin van de coronacrisis een snel groeiende vraag naar monitoringssoftware. Volgens softwareplatform Capterra was die vraag in het eerste kwartaal van 2021 zelfs 60% hoger dan in diezelfde periode vorig jaar. Er gelden echter strikte voorwaarden voor het controleren van werknemers, die zijn vastgelegd in de privacywetgeving.
Ernstig vermoeden van misbruik
Volgens Autoriteit Persoonsgegevens, die toezicht houdt op de naleving van de privacywetgeving, mag een werkgever het controleren van thuiswerkers niet zomaar inzetten. Zo moet er een ernstig vermoeden van misbruik zijn en mag de werkgever dit middel alleen inzetten als er geen andere middelen beschikbaar zijn die voor de werknemer minder belastend zijn. Bovendien heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27, lid 1l van de Wet op de ondernemingsraden) als de werkgever een voorziening wil invoeren die gericht is op of geschikt is voor de waarneming van of controle op de aanwezigheid, het gedrag of de prestaties van de in de onderneming werkzame personen. Een werkgever kan zo’n regeling dus alleen invoeren met medeweten en instemming van de OR. Zelfs het in gebruik nemen van een voorziening die de werkgever kán gebruiken voor controle en toezicht is al instemmingsplichtig. Ook als dit volgens de werkgever niet zijn bedoeling is.
Controles zijn onnodig en werken averechts
De OR moet waken over de privacy van werknemers (artikel). Als de OR van de bestuurder een instemmingsverzoek krijgt voor het invoeren van monitoringssoftware, moet de raad dus nagaan of zo’n voorziening voldoet aan de criteria in de privacywetgeving en of zo’n voorziening wel wenselijk is. In de praktijk werkt het controleren van werknemers namelijk vaak averechts. Een basis van wantrouwen getuigt niet van goed werkgeverschap en leidt bij veel werknemers tot stress. Bovendien zijn de controles vaak onnodig. Volgens CNV blijkt dat werknemers thuis juist vaak productiever zijn. Zo zijn veel werknemers bereid om ’s avonds een uurtje extra door te werken om het werk af te krijgen.
OR moet alert zijn op signalen dat werkgever de werknemers bespiedt
Een werkgever is verplicht om werknemers te informeren als hij hun prestaties of gedrag met software of andere voorzieningen wil monitoren. Krijgt de OR signalen dat de werkgever de werknemers heimelijk controleert, dan doet de OR er verstandig aan om hierover met de bestuurder in gesprek te gaan en dit zo nodig nietig te verklaren. Waarom vindt hij het nodig om werknemers te controleren, hoe gaat dit in zijn werk en wat gebeurt er met de verzamelde gegevens? Mogelijk is er sprake van een onderliggend probleem. Dat moet de OR allemaal boven tafel zien te krijgen bij het behandelen van een instemmingsverzoek. Met een nietigverklaring kan de OR afdwingen dat het ongeoorloofde gebruik stopt en de werkgever alsnog om instemming vraagt. Bij het niet naleven van de nietigverklaring kan de OR binnen een maand de kantonrechter om een vonnis vragen.