Europese verordening moet crowdfunding in EU stimuleren
De Europese crowdfundingverordening die per 10 november 2021 in werking treedt binnen de EU-lidstaten, moet er voor zorgen dat grensoverschrijdende crowdfundingactiviteiten eenvoudiger te realiseren zijn, een groter publiek trekken en voor beleggers veiliger zijn.
De European Crowdfunding Services Providers (ECSP's), ook wel de Verordening betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven genoemd, die inmiddels van kracht is treedt op 10 november 2021 ook in Nederland in werking. Het belangrijkste doel van deze verordening is dat binnen de landen van de Europese Unie dezelfde regels voor deze vorm van alternatieve financiering (tools) gaan gelden. Elke lidstaat, ook Nederland, kent al nationale regels, maar doordat die per land verschillen is crowdfunding op Europees niveau vaak lastiger. Met de verordening zijn deze regels voor crowdfundingdienstverleners binnen Europa geharmoniseerd en is maar één vergunning nodig voor crowdfundingactiviteiten binnen de EU.
Vergunning nodig voor bestaande crowdfundingpartijen
In de verordening staat ook dat bestaande Nederlandse crowdfundingpartijen een vergunning moeten aanvragen om hun dienstverlening voort te zetten. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is de verstrekker van deze vergunningen. Daarnaast mag het crowdfundingproject maximaal € 5 miljoen behelzen, berekend over 12 maanden. Het gaat bij deze verordening om crowdfunding (tools) voor de zakelijke markt (het mkb) en niet om financiering van particulieren en consumenten. Wie over een vergunning beschikt, kan zijn diensten ook naar de EU uitbreiden. Met een vergunning waarborgt de AFM dat de crowdfundingdienstverlener onder andere beschikt over de juiste kennis, betrouwbaar en transparant is en dat dat ook geldt voor de projecteigenaar.
Verordening moet beleggers beschermen
De Verordening betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven moet ook beleggers beter gaan beschermen. Crowdfundingplatforms moeten hun beleggers duidelijke informatie geven over financiële risico's en kosten in verband met hun belegging. Ook moeten ze een beleggingsinformatieblad krijgen van de projecteigenaar. Er moet een kennistest aangeboden worden voor beginnende beleggers. De crowdfundingdienstverlener kan op basis van de uitkomst van de kennistest terugkoppelen of het verstandig is dat een startende belegger in een project investeert. Bovendien moeten klanten gratis een klacht kunnen indienen tegen een platform.