OR moet achterban beschermen tegen discriminatie
Uit een rapport van het Europees Agentschap voor Veiligheid op het Werk (EU-OSHA) blijkt dat discriminatie leidt tot fysieke en mentale klachten. Het rapport onderstreept daarmee de noodzaak om discriminatie tegen te gaan. Hoe kan de ondernemingsraad (OR) de bestuurder hierbij ondersteunen?
Het Europees Agentschap voor Veiligheid op het Werk (EU-OSHA) presenteerde onlangs een rapport. Hieruit blijkt dat vrouwen, migranten en LHBTI’s vaker last hebben van spier- en skeletaandoeningen. Een belangrijke oorzaak daarvoor is de psychische druk waar deze groep aan blootgesteld wordt op het werk. Zij worden vaker gepest, uitgescholden, seksueel lastig gevallen en gediscrimineerd. Maar vrouwen, LHBTI’s en migranten hebben ook vaker werk waarbij ze langdurig dezelfde bewegingen moeten maken, in lastige houdingen werken, langdurig achtereen zitten, knielen of zware gewichten moeten tillen. Hierdoor ontwikkelen ze bijvoorbeeld rugpijn, nek- en schouderklachten of pijn aan de benen. De resultaten van het rapport onderstrepen dus maar weer eens de noodzaak om discriminatie te bestrijden en gelijke behandeling te bevorderen. Hierbij is ook een taak weggelegd voor de OR.
OR moet waken tegen discriminatie
De Wet op de ondernemingsraden (WOR) heeft de OR de speciale taak toebedeeld om te waken tegen discriminatie in de organisatie en om in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het inschakelen van gehandicapten en minderheden in de organisatie te bevorderen. De taak voor de OR om discriminatie te bestrijden is vastgelegd in artikel 28, lid 3 WOR. Om de speciale taken goed uit te voeren, doet de OR er goed aan deze standaard op de OR-agenda te zetten. Gelijke behandeling is immers een belangrijke voorwaarde van goed werkgeverschap. Bovendien rechtvaardigen de fysieke klachten die het gevolg van discriminatie blijken te zijn ook extra aandacht voor deze risicofactor in de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E).
Opties voor de OR om discriminatie te bestrijden
Krijgt de OR vanuit de achterban signalen dat er mogelijk sprake is van ongelijke behandeling of discriminatie, dan kan de OR een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) organiseren om de omvang van het probleem te onderzoeken. Daarbij is het dan van belang om eventuele problemen bij kwetsbare groepen specifiek in kaart te brengen. Aan de hand van de resultaten kan de OR de bestuurder ervan overtuigen dat er maatregelen nodig zijn om de situatie te verbeteren. Om de bestuurder hierbij te ondersteunen kan de OR de bestuurder ook concrete voorstellen doen om gelijke behandeling te bevorderen en discriminatie te bestrijden op basis van het initiatiefrecht (artikel 23, lid 3 WOR). Daarnaast is bijvoorbeeld een gedragscode een goed middel om discriminatie tegen te gaan. Hierin kunnen regels staan die er bij de werving en selectie van nieuwe werknemers voor zorgen dat alle sollicitanten een gelijke kans krijgen, of regels rond gewenst en ongewenst gedrag om psychosociale arbeidsbelasting (PSA), zoals intimidatie of discriminatie, te voorkomen.