Nieuwe koers Huis voor Klokkenluiders werpt vruchten af
Het Huis voor Klokkenluiders is in 2020 een nieuwe weg ingeslagen. Het Huis voerde een nieuwe werkwijze in, gericht op het voorkomen en oplossen van misstanden en van benadeling van werknemers. Daarnaast kwam het Huis met voorstellen voor een betere bescherming van klokkenluiders, onder andere door de oprichting van een speciaal fonds. Dit blijkt uit het jaarverslag 2020 dat het Huis onlangs presenteerde.
De nieuwe werkwijze is een uitwerking van de toekomstvisie die het Huis voor Klokkenluiders in februari 2020 presenteerde. De-escalatie, conflictoplossing, het beperken van schade bij de werknemer en organisatie en een gerichte aanpak van vermeende missstanden staan hierbij centraal. Hierdoor moeten klokkenluiders sneller duidelijkheid krijgen over hun positie en werkgevers zich eerder realiseren dat er een belangrijke kwestie in hun organisatie speelt. Dit maakt de weg vaak vrij om gezamenlijk tot een oplossing te komen. Het Huis kijkt daarom bij een advies- of onderzoeksverzoek sinds vorig jaar ook steevast naar mogelijke alternatieve oplossingen, zoals een bemiddelingstraject.
Klokkenluiders krijgen meer bescherming
Een andere belangrijke ontwikkeling was én is de vernieuwing van de Wet Huis voor klokkenluiders (WHvK). Voor 17 december 2021 moeten alle EU-lidstaten een nieuwe EU-richtlijn die de positie van klokkenluiders versterkt hebben doorgevoerd in hun nationale wetgeving. Het wetsvoorstel moet nog ter goedkeuring naar de Tweede en Eerste Kamer. Het Huis drong er bij (demissionair) minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op aan dat zij de onderzoeksresultaten van de evaluatie van de WhvK, die zij vorig jaar liet uitvoeren, hierin zou meenemen, maar dat is niet gebeurd. Wel stemde de minister op aandringen van het Huis in met de oprichting van een onafhankelijk fonds voor klokkenluiders. Hier kunnen melders van een vermoedelijke maatschappelijke misstand terecht voor psychosociale, juridische en financiële ondersteuning.
OR heeft instemmingsrecht als organisatie klokkenluidersregeling gaat herzien
Als de WHvK in 2021 wordt aangepast aan de Europese richtlijn, zullen veel organisaties hun klokkenluidersregeling moeten herzien. De ondernemingsraad (OR) heeft instemmingsrecht bij procedures voor hoe de organisatie omgaat met meldingen van vermeende misstanden in de organisatie (artikel 27, lid 1m van de Wet op de ondernemingsraden, WOR). Vindt de OR dat de voorzieningen in de organisatie niet (volledig) voldoen aan de WHvK of de richtlijn, dan kan de OR zijn initiatiefrecht (artikel 23, lid 3 WOR) gebruiken om de bestuurder hierover ongevraagd te adviseren.
Download hier het Jaarverslag Huis voor Klokkenluiders 2020.