AFM neemt kwaliteit wettelijke controles onder de loep
Verricht een accountantsorganisatie minder dan 15 wettelijke controles per jaar, dan is de kans groter dat de kwaliteit daarvan te wensen over laat. Dat is de conclusie van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van een data-analyse.
De data-analyse had als doel risico’s bij niet-oob-accountantsorganisaties – accountantsorganisaties die geen vergunning hebben voor het wettelijk controleren van organisaties van openbaar belang (oob’s) – in kaart te brengen. Uit die analyse komt ook naar voren dat de hoogte van de omzet van een accountantsorganisatie en de vergoeding per controle van invloed zijn op de kwaliteit.
Kans op negatief oordeel twee keer zo groot
Van alle wettelijke controles wordt op dit moment ongeveer 4% uitgevoerd door niet-oob-accountantsorganisaties die minder dan 15 wettelijke controles per jaar uitvoeren. Zij vormen 42% van het totaal aantal vergunninghouders die een wettelijke controle mag uitvoeren. Volgens de data-analyse is bij deze accountantsorganisaties de kans op een negatief oordeel bij een toetsing door de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) en de Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten (SRA) twee keer zo groot. De kans om afgetoetst te worden is ook groter bij organisaties met een lagere omzet dan € 1,5 miljoen of met een gemiddelde vergoeding per controle die lager is dan € 16.000.
In gesprek met de sector
De AFM gaat in gesprek met de sector over de uitkomsten van het onderzoek (pdf) en de risico’s die worden gesignaleerd. Vanaf 2022 ligt het toezicht op de ruim 250 niet-oob-accountantsorganisaties volledig bij de AFM.
Reactie van SRA
SRA heeft gereageerd op de bevindingen uit de data-analyse. De belangenbehartiger constateert ‘belangrijke statistische en methodologische tekortkomingen’ bij de uitvoering. Volgens SRA creëert het rapport dan ook ‘een onterecht negatief beeld over kleinere accountantsorganisaties, zeker in een periode waarin de overheid besluiten moet nemen over de toekomst van accountantsorganisaties opererend in het niet-oob-domein’.