Eerste rechtsuitspraken onder WHOA zijn een feit
Er zijn voor het eerst uitspraken gedaan in rechtszaken die onder de nieuwe Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) vallen. De WHOA trad op 1 januari 2021 in werking en stelt een organisatie in staat om een onderhands akkoord te bereiken met schuldeisers.
Door de WHOA kunnen organisaties een onderhands akkoord sluiten als de meerderheid van de schuldeisers daar mee instemt. Als dit akkoord bindend wordt verklaard door een rechter kan de individuele schuldeiser in tegenstelling tot voorheen niets meer tegenhouden. Deze schuldeiser zit dan, net als alle andere schuldeisers, vast aan het akkoord.
Organisaties in zwaar weer
De WHOA geldt voor organisaties die beschikken over bedrijfsactiviteiten die nog levensvatbaar zijn, zodat zij geherstructureerd worden voordat zij in faillissement belanden. Vooral nu, tijdens de coronapandemie, dreigt het gevaar dat veel organisaties in zwaar weer terechtkomen, terwijl zij voor de coronapandemie nog als gezond zouden worden bestempeld. De WHOA moet voorkomen dat organisaties failliet worden verklaard terwijl zij mogelijk nog levensvatbaar zijn. Door een onderhands akkoord kunnen schulden mogelijk worden geherstructureerd en kan een faillissement worden voorkomen.
Afkoelingsperiode van twee maanden
Rechtbank Den Haag hief op 15 januari 2021 in een zaak twee beslagen op een winkelvoorraad en de inventaris van een ondernemer op. De beslagleggers werden ook verplicht om een afkoelingsperiode van twee maanden te respecteren. De rechter bepaalde dat de rechtbank uiterlijk 15 februari 2021 moet worden geïnformeerd over de voortgang van een akkoordprocedure.
Rechtbank Amsterdam kondigde op dezelfde datum in een zaak ook een afkoelingsperiode van twee maanden aan. Zo kan namelijk een gecontroleerde afwikkeling van de bedrijfsvoering van een stichting plaatsvinden. Een observator is aangesteld die toezicht moet houden op de totstandkoming van een akkoord waarin de belangen van de gezamenlijke schuldeisers worden meegenomen.