U bent hier

Onderneming & Arbo
Niet iedere organisatie investeert in arbo op thuiswerkplek

Niet iedere organisatie investeert in arbo op thuiswerkplek

Nu iedereen zo veel mogelijk thuiswerkt, is het ook belangrijk dat dit op een arboverantwoorde manier gebeurt. Toch stelt zeker niet iedere organisatie daar materialen voor beschikbaar, blijkt uit onderzoek. Bijna een kwart houdt zich daar niet mee bezig.

Nu het thuiswerken een zaak van de lange adem is geworden, is het ook belangrijk dat werknemers thuis een arboverantwoorde werkplek hebben. Daar profiteert de werkgever eveneens van, want verkeerd zitten kan tot fysieke klachten leiden (tool) en uiteindelijk ook tot uitval door ziekte. Toch beschouwt zeker niet iedere organisatie het verstrekken van geschikte materialen zoals een los toetsenbord, een extra monitor, een laptopstandaard of zelfs een bureaustoel als haar verantwoordelijkheid. In totaal 23% stelt geen materialen beschikbaar. Het is niet verrassend dat dit het vaakst niet gebeurt bij organisaties met maximaal 10 werknemers (41%) of tussen de 10-50 werknemers (32%), maar ook bij het grootbedrijf (meer dan 500 werknemers) stelt nog altijd 14% geen materialen beschikbaar.

Thuiswerkvergoeding

Wel moet hierbij aangetekend worden dat de vraagstelling uitging van ‘aanschaffen’. Het is dus mogelijk dat een aantal organisaties een andere oplossing heeft bedacht, bijvoorbeeld door ergonomische spullen tijdelijk uit te lenen aan de werknemer. Andere waren ten tijde van het onderzoek misschien nog bezig met het opzetten van een regeling. Gevreesd moet echter worden dat vooral bij het klein-mkb de werknemer zelf verantwoordelijk wordt gesteld voor een arboverantwoorde werkplek. Ook het verstrekken van een thuiswerkvergoeding lijkt echt iets te zijn voor het grootbedrijf. 43% denkt daar op dit moment over na, tegen slechts 3% van het klein-mkb. De cijfers komen uit een onderzoek naar de effecten van de coronacrisis op organisaties. In opdracht van Rendement Uitgeverij zocht onderzoeksbureau Motivaction dit uit. Voor het onderzoek zijn 529 professionals ondervraagd.