Minister wil fonds voor klokkenluiders
Minister Ollongren (BZK) wil dat er een ondersteuningsfonds komt voor klokkenluiders. Dit schrijft zij in een reactie op de evaluatie van de Wet Huis voor Klokkenluiders (WHvK) aan de Tweede Kamer. Ook overweegt zij een nieuwe naam voor het Huis, omdat de naam onjuiste verwachtingen kan wekken.
EU-landen hebben tot eind dit jaar de tijd om de nieuwe Europese richtlijn voor een sterkere positie van klokkenluiders te implementeren in hun nationale wetgeving. Hierop vooruitlopend liet minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vorig jaar de Wet Huis voor Klokkenluiders (WhvK) evalueren. Ook liet zij nationale ombudsman Reinier van Zutphen onderzoeken of er voldoende mogelijkheden zijn voor psychosociale, juridische en financiële ondersteuning voor klokkenluiders. Op basis van deze rapporten concludeerde zij onlangs dat het wenselijk is dat er een onafhankelijk fonds komt voor gespecialiseerde bijstand en steun voor klokkenluiders. Om inzicht te krijgen in een nadere uitwerking van zo’n fonds, wil de minister beginnen met een pilot.
Rol van Huis voor Klokkenluiders blijkt onduidelijk
Uit de onderzoeken kwam ook naar voren dat er onduidelijkheid bestaat over de rol van het Huis voor Klokkenluiders. Het Huis onderzoekt meldingen van misstanden in de maatschappij, maar heeft daarnaast een adviserende rol. In de WHvK is niet duidelijk vastgelegd wat deze adviesrol inhoudt en hoe ver die kan gaan. Dit moet bij de implementatie van de EU-klokkenluidersrichtlijn duidelijker worden beschreven. Ook overweegt de minister een naamswijziging voor het instituut, omdat de naam Huis voor Klokkenluiders volgens de onderzoekers vaak verkeerde verwachtingen oproept. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat het Huis de belangen voor de klokkenluider behartigt richting de werkgever. Het HvK is echter geen belangenbehartiger, maar geeft klokkenluiders informatie, advies en ondersteuning.
Minister in gesprek over uitbreiding bevoegdheden Huis voor Klokkenluiders
In de rapporten opperden de onderzoekers bovendien diverse mogelijkheden om de bevoegdheden van het Huis uit te breiden, waaronder afdwingen dat de organisatie meewerkt aan een onderzoek of dat de arbeidsrelatie tijdelijk wordt bevroren. Hierover is de minister nog met het Huis in overleg. Zij benadrukte dat het Huis over voldoende capaciteit en middelen moet beschikken om zijn wettelijke taken goed te kunnen uitvoeren. Daarom verhoogde zij het jaarlijkse budget voor het Huis per 2021 van € 3 miljoen naar € 3,7 miljoen. Dit moet onder andere voorzien in een uitbreiding van de capaciteit met zeven formatieplaatsen.
OR heeft instemmingsrecht bij klokkenluidersregeling
Klokkenluiders stellen werkgerelateerde misstanden met een maatschappelijk belang aan de kaak, zoals fraude, belangenverstrengeling en mismanagement. Werknemers die misstanden constateren, moeten dit intern vrijuit kunnen melden. Daarom moeten werkgevers zorgen voor een veilige bedrijfscultuur, waarbij de integriteitsvoorzieningen en meldprocedures voldoen aan de WHvK. Als deze wet eind 2021 wordt aangepast aan de Europese richtlijn, zullen veel organisaties hun klokkenluidersregeling moeten herzien. De OR heeft instemmingsrecht bij procedures voor hoe de organisatie omgaat met meldingen van vermeende misstanden in de organisatie (artikel 27, lid 1m van de Wet op de ondernemingsraden, WOR). Vindt de OR dat de voorzieningen in de organisatie niet (volledig) voldoen aan de WHvK of de richtlijn, dan kan de OR alvast zijn initiatiefrecht (artikel 23, lid 3 WOR) gebruiken om bij de bestuurder een verbetervoorstel in te dienen.