Veilige bedrijfscultuur met beleid tegen ongewenst gedrag
Een geintje af en toe moet kunnen, maar waar ligt de grens tussen een onschuldig grapje en pesten? Die is soms lastig aan te geven en toch moet uw organisatie dit proberen. Werkgevers zijn immers verplicht beleid te voeren tegen ongewenst gedrag.
In het beleid voor het tegengaan van ongewenst gedrag (tool) gaat speciale aandacht uit naar pesten. Werknemers die worden blootgesteld aan pestgedrag kunnen hier niet alleen lichamelijke en psychische klachten door krijgen, ze lopen ook risico voor langere tijd uit te vallen en zelfs arbeidsongeschikt te raken. Pesten grijpt diep in op iemands gevoel van veiligheid en heeft enorme impact op iemands leven; slachtoffers hebben vaak levenslang last van de gevolgen. Zorg dus dat werknemers hiertegen beschermd worden.
Grens tussen grapje en pesten
Wat de aanpak van pestgedrag moeilijk maakt, is dat de grens tussen een grapje en pesten niet altijd duidelijk is. Een goedbedoeld grapje is geen pesten, maar kan wel als vervelend ervaren worden. Bij pesten is er sprake van een ongelijkwaardige situatie; er is een machtsverschil tussen de gene die pest en de gepeste. De medewerker die slachtoffer is van pesterijen voelt zich bedreigd in zijn veiligheid en kan zich niet verdedigen. Pesten is bovendien niet eenmalig, maar gebeurt systematisch voor een langere periode. De stress voor het slachtoffer loopt dus steeds hoger op.
Beleid tegen ongewenst gedrag
Vanuit de Arbowet is de werkgever verplicht werknemers te beschermen tegen blootstelling aan het risico van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). Daaronder vallen, naast pesten, ook de volgende vormen van ongewenst gedrag: agressie en geweld, discriminatie en (seksuele) intimidatie. In organisaties waar ongewenst gedrag een risico vormt, spelen vaak ook andere problemen met arbeidsomstandigheden: een slechte werksfeer en onveilige situaties op de werkvloer. Met een goed beleid tegen ongewenst gedrag kan de werkgever dit aanpakken.