Wetsvoorstel toekomst pensioenen: transitieplan werkgever
Voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel moeten alle pensioenovereenkomsten worden aangepast in de komende jaren. Voor deze transitie moet voor of door elke werkgever een transitieplan worden opgesteld.
Op internetconsultatie.nl is het conceptwetsvoorstel Toekomst pensioenen gepubliceerd. Dit is ‘het sluitstuk van een jarenlang proces gericht op een herziening van het pensioenstelsel’. De bedoeling is dat het wetsvoorstel op 1 januari 2022 in werking treedt en daarna stapsgewijs een overstap wordt gemaakt naar een stelsel waarin alle pensioendeelnemers een premieovereenkomst hebben. Deze transitie naar het ‘nieuwe pensioencontract’ behoort op 1 januari 2026 afgerond te zijn. In het conceptwetsvoorstel staat dat een werkgever uiterlijk op 1 januari 2024 de gewijzigde pensioenovereenkomst en het transitieplan aan de (beoogde) pensioenuitvoerder moet zenden.
Werkgever moet aan de slag voor wijziging pensioenregeling
In dit transitieplan legt de werkgever de wijziging van de pensioenregeling uit. Welke keuzes heeft hij gemaakt en waarom? Welke berekeningen zijn hiervoor gemaakt? Wat gaat er gebeuren met de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten? Is compensatie nodig omdat werknemers erop achteruitgaan en hoe wordt dit gefinancierd? Het is een ingewikkelde klus, waarbij de hulp van pensioenadviseurs en pensioenuitvoerders hard nodig is.
Voor de wijziging van de pensioenregeling verzoekt de werkgever de ondernemingsraad om instemming of de personeelsvertegenwoordiging of personeelsvergadering om advies. Daarnaast is in principe de individuele instemming van werknemers nodig. Is de werkgever aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds – bij veel organisaties is dat het geval – dan wordt het transitieplan voor hem geregeld door de sociale partners die de pensioenregeling zijn overeengekomen.
Pensioenuitvoerder moet wijziging uiterlijk in 2025 doorvoeren
De pensioenuitvoerder stelt vervolgens een implementatieplan op, dat hij op uiterlijk 1 juli 2024 naar toezichthouder DNB moet sturen. In het implementatieplan beschrijft de pensioenuitvoerder de voorbereidingen voor en de uitvoering van de gewijzigde pensioenovereenkomst. Ook geeft de uitvoerder aan hoe wordt omgegaan met de bestaande pensioenaanspraken en -rechten. Verder bevat het implementatieplan een communicatieplan, waarin is vastgelegd op welke wijze (gewezen) pensioendeelnemers en pensioengerechtigden geïnformeerd worden over de pensioenwijzigingen. De uitvoerder moet de implementatie op 1 januari 2026 hebben afgerond. Pensioenopbouw vindt dan alleen nog plaats in een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijk premiepercentage.