OR kan invloed uitoefenen bij budgettering
De rol die de ondernemingsraad (OR) speelt bij het opstellen van budgetten in de organisatie, hangt af van de ruimte die de OR daarvoor krijgt, maar ook van de houding die de OR daarbij zelf aanneemt. De Wet op de ondernemingsraden biedt de OR houvast om een rol bij het financieel beleid op te eisen.
In de wet is niet concreet vastgelegd wat de bevoegdheden zijn van de OR bij budgetteren in de organisatie. Dat betekent dat de bestuurder niet verplicht is om de OR om advies te vragen vóór hij een budget definitief vaststelt. De Wet op de ondernemingsraden (WOR) biedt de OR echter wel handvatten om zichzelf te bemoeien met het financieel beleid. De voornaamste taak van de OR is daarbij om het financieel beleid te controleren en te bepalen in hoeverre de belangen van de organisatie en de werknemers in balans zijn. De belangrijkste bevoegdheden van de OR in het kader van budgetteren zijn: het informatierecht, het overlegrecht, het adviesrecht en het initiatiefrecht.
OR heeft recht op informatie en recht op overleg over budget
Het recht van de OR op informatie is vastgelegd in de artikelen 24, 31 en 31a tot en met c WOR. Het gaat om informatie die de bestuurder periodiek en ongevraagd moet verstrekken aan de OR, zoals het jaarverslag, de jaarrekening en taakstellende begrotingen. En uit taakstellende begrotingen vloeien de budgetten voort. Ook kan de OR alle informatie opvragen die hij ‘redelijkerwijs’ nodig heeft om zijn OR-werk te doen. Heeft de OR vragen over de budgetten die hij op grond van zijn informatierecht heeft opgevraagd, dan kan hij daarover – dankzij het overlegrecht (artikel 23 WOR) – in overleg gaan met de bestuurder. Daarnaast moet minimaal twee keer per jaar het zogenaamde artikel-24-overleg plaatsvinden, waarbij de OR en de bestuurder de algemene gang van zaken in de organisatie bespreken, dus ook de financiële.
Adviesrecht en initiatiefrecht geven OR invloed bij financieel beleid
In het kader van budgetteren, is het adviesrecht (artikel 25 WOR) alleen aan de orde bij belangrijke investeringen, zoals het vervangen van machines of het invoeren van een belangrijke technologische voorziening. Deze investeringen zijn vaak terug te vinden in begrotingen en budgetten. Ten slotte kan de OR zijn initiatiefrecht (artikel 23 WOR) gebruiken om de bestuurder ongevraagd voorstellen te doen over alle sociale, organisatorische, financiële en economische zaken van de onderneming. Valt het de OR bijvoorbeeld op dat er in sommige afdelingsbudgetten geen geld wordt gereserveerd voor persoonlijke beschermingsmiddelen voor werknemers, dan kan de OR een voorstel doen om deze kosten toch mee te nemen.