Wetsvoorstel gedifferentieerde Aof-premie aangenomen
Het wetsvoorstel voor de invoering van de gedifferentieerde Aof-premie is door de Tweede Kamer aangenomen. Met het wetsvoorstel wordt ook het systeem van voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) aangepast.
Met het wetsvoorstel wordt de premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) gedifferentieerd naar een lagere premie voor kleine werkgevers en een hogere premie voor (middel)grote werkgevers. De gedifferentieerde Aof-premie is één van de maatregelen die al in 2018 werd aangekondigd om de loondoorbetalingsplicht bij ziekte gemakkelijker, duidelijker en goedkoper te maken. Vooral kleine werkgevers ervaren knelpunten bij het uitvoeren van de loondoorbetalingsplicht. Zij vinden de re-integratieverplichtingen disproportioneel, omdat ze dezelfde verplichtingen en kosten hebben als grote werkgevers.
Het wetsvoorstel moet ook het systeem van voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) aanpassen, door de private uitvoerder te laten kiezen de VCR alleen toe te passen over de uitkering. De wet moet op 1 januari 2022 in werking treden.
Grens kleine werkgever bij 25 keer premieplichtige loon
Op basis van het wetsvoorstel gaat het bij kleine werkgevers om organisaties met een loonsom van maximaal 25 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar. Werkgevers met een loonsom groter dan 25 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar behoren tot de middelgrote en grote werkgevers. Het verschil tussen de hoge en lage Aof-premie zal maximaal 2 procentpunt bedragen. UWV berekent of de werkgever onder de categorie kleine werkgever of de (middel)grote werkgever valt.
De grens tussen kleine werkgevers en overige werkgevers wordt in het Besluit Wet financiering sociale verzekeringen (WFSV) vastgelegd.
Whk-premie krijgt zelfde definitie voor kleine werkgever
In het Besluit WFSV worden ook de grenzen voor de grootte van de werkgever voor de Whk-premie bepaald en de systematiek voor de Whk aangepast. Door de aanpassing gelden er straks voor de premievaststelling voor de Whk en het Aof geen verschillende definities van kleine werkgevers meer. Dit betekent dat de grens tussen een kleine en middelgrote werkgever van 10 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer (die nu nog voor de Whk geldt) omhoog gaat naar 25 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer. Hierdoor komt er een eenduidige definitie van kleine werkgevers voor zowel de Whk als het Aof. Dit zorgt voor meer duidelijkheid en gemak voor de uitvoering.
De Belastingdienst stuurt voor de gedifferentieerde premie Whk aan kleine werkgevers een mededeling en aan (middel)grote werkgevers een beschikking. Tegelijkertijd met deze mededeling of beschikking zal de Belastingdienst ook aangeven of een werkgever klein of (middel)groot is voor het Aof.