Ongewone activiteiten tellen niet mee voor omzet KOR
Om in aanmerking te komen voor de kleineondernemersregeling (KOR) voor de BTW mag een ondernemer geen hogere omzet per jaar hebben dan € 20.000. Voor de bepaling van deze omzet tellen de ongewone bedrijfsactiviteiten niet mee. Dit kan worden herleid uit een arrest van het Europese Hof van Justitie.
Sinds dit jaar is de KOR voor de BTW aangepast. De regeling is nu gekoppeld aan de omzet van een ondernemer in plaats van het af te dragen BTW-bedrag. Ondernemingen die in een jaar minder dan € 20.000 omzet draaien kunnen gebruikmaken van de KOR. Ook is de regeling opengesteld voor bv’s, stichtingen en verenigingen.
Niet tot normale bedrijfsuitoefening behoren
De ondernemer die de KOR wil gaan toepassen en dus moet checken of zijn omzet lager is dan € 20.000 hoeft bij de bepaling hiervan geen rekening te houden met de BTW-activiteiten die niet tot zijn gebruikelijke bedrijfsuitoefening behoren. Dit is te herleiden uit het arrest van het Europese Hof van Justitie van 9 juli jl. Hierin geeft de rechter aan dat onder andere de KOR tot doel heeft dat de administratieve lasten voor kleine ondernemers verlicht worden. Dit kan alleen worden gewaarborgd als de administratieve lasten niet worden opgelegd bij activiteiten die ongebruikelijk zijn voor het bedrijf.
Geen BTW-aangifte doen
De KOR kan voor kleine ondernemers flink schelen in de papierwinkel rond de BTW. Ondernemers die kiezen voor de KOR hoeven namelijk geen BTW-aangifte te doen, en bijvoorbeeld ook geen BTW te rekenen aan hun klanten. Daar staat wel tegenover dat ze ook geen BTW kunnen aftrekken. Ondernemers die vanaf 1 januari 2021 de KOR voor de BTW willen gaan gebruiken, moeten zich uiterlijk 2 december melden bij de Belastingdienst.