Opbouw van adv-dagen tijdens aanvullend geboorteverlof
De werknemer die aanvullend geboorteverlof opneemt, blijft tijdens zijn verlof wettelijke vakantiedagen opbouwen. Over de opbouw van bovenwettelijke vakantiedagen en adv-dagen tijdens het verlof moeten de werkgever en werknemer aparte afspraken maken.
De werknemer van wie de partner is bevallen, heeft sinds 1 juli 2020 recht op aanvullend geboorteverlof van maximaal vijfmaal de wekelijkse arbeidsduur. Het opnemen van aanvullend geboorteverlof heeft geen gevolgen voor de opbouw van wettelijke vakantiedagen. Deze opbouw loopt tijdens het verlof gewoon door. Het verlof kan wel van invloed zijn op de opbouw van bovenwettelijke vakantiedagen. Hierover kunnen afspraken zijn gemaakt in bijvoorbeeld de cao.
Dit geldt ook voor arbeidsduurverkorting (adv). Er zijn geen wettelijke afspraken gemaakt over adv. Afspraken over onder meer het opbouwen van adv kunnen wel zijn vastgelegd in de cao, het personeelsreglement of de arbeidsovereenkomst. Hebben werkgever en werknemer nog niets afgesproken over adv tijdens aanvullend geboorteverlof, dan is het zaak dit alsnog te doen.
Werkgever mag aanvullend geboorteverlof wijzigen maar niet weigeren
De werkgever en werknemer spreken samen af op welke manier de werknemer het aanvullend geboorteverlof opneemt. De werknemer kan het verlof bijvoorbeeld in één keer opnemen of over een langere periode spreiden. Wel moet hij het verlof opnemen binnen zes maanden na de geboorte. De werkgever mag het aanvullend geboorteverlof niet weigeren, maar kan wel tot twee weken vóór de ingangsdatum van het verlof de inroostering van de verlofdagen aanpassen als hij hiervoor een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang heeft. Tijdens het aanvullend geboorteverlof krijgt de werknemer een uitkering op basis van de Wet arbeid en zorg (WAZO). Voordat de werknemer aanvullend geboorteverlof kan opnemen, moet hij eerst het ‘gewone’ geboorteverlof van maximaal eenmaal de wekelijkse arbeidsduur opnemen. Dit geboorteverlof is volledig doorbetaald.