Bewijs schiet tekort, dus toch bijtelling bestelauto
Voor een bestelauto die alleen maar geschikt is om goederen te vervoeren mag de bijtelling voor privégebruik vervallen. Maar dan is het wel cruciaal om te bewijzen dat die bestelauto niet met goed fatsoen privé te gebruiken is. Dáár ging het mis voor een ondernemer bij het gerechtshof in Arnhem.
Als basisregel krijgt de werknemer die een auto van de zaak rijdt, te maken met een bijtelling. Die geldt net zo goed voor bestelauto’s. Tenzij het een bestelauto is die zo is ingericht dat die eigenlijk alleen maar geschikt is om goederen te vervoeren. Dan vervalt de bijtelling (tool), ook al wordt de bestelauto wél privé gebruikt.
Wanneer geen bijtelling bestelauto?
Volgens de Belastingdienst zijn er 4 situaties waarin een bestelauto alleen geschikt is voor goederenvervoer. Dat is onder meer het geval als de bestelauto van binnen heel vies is, of als de bijrijdersstoel is verwijderd en de bevestigingspunten zijn weggeslepen of dichtgelast.
In de zaak voor het Arnhemse gerechtshof ging het om die laatste situatie. De ondernemer in kwestie had een koeriersbedrijf en vervoerde onder meer motoronderdelen. Op naam van zijn eenmanszaak stond ook een bestelauto. De koerier had geen rittenadministratie bijgehouden voor die auto en ook geen bijtelling toegepast. De inspecteur was het daar niet mee eens en corrigeerde de aangifte inkomstenbelasting over 2015. Daar zat onder meer een correctie bij voor privégebruik van de bestelauto, ter waarde van bijna € 14.000.
Bewijs voor ontbreken bijrijdersstoel te mager
De ondernemer vond die bijtelling onterecht, omdat de bestelauto alleen geschikt was voor goederenvervoer. Zo was de bijrijdersstoel verwijderd, volgens de ondernemer al in 2008 of 2009. Bovendien was de auto door het vervoer van motoronderdelen vies en stoffig. Als bewijs leverde hij foto’s in van de inrichting van de auto. Helaas voor de ondernemer waren die foto’s van 2018. Onder meer daarom was er volgens het hof onvoldoende bewijs dat de bijrijdersstoel al in 2015 ontbrak en de bevestigingspunten waren dichtgelast. De bijtelling bleef dus overeind.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13 oktober 2020, ECLI (verkort): 8243