U bent hier

Onderneming & Administratie
Rechten van schuldeisers tijdens de afkoelingsperiode

Rechten van schuldeisers tijdens de afkoelingsperiode

Bij het faillissement van een organisatie kan een rechter-commissaris ervoor kiezen om een afkoelingsperiode in het leven te roepen. Wat betekent dit concreet voor schuldeisers? Op welke rechten kunnen zij een beroep doen?

Als een rechter bij de faillissementsuitspraak een afkoelingsperiode instelt, mogen schuldeisers in de desbetreffende periode geen geld of goederen opeisen. De curator heeft in een afkoelingsperiode alle tijd om de schulden en bezittingen van de failliete onderneming  door te nemen. Ook kan de curator in deze periode onderzoeken of een doorstart tot de mogelijkheden behoort. De failliete onderneming heeft nog steeds het recht om tijdens de afkoelingsperiode te blijven ondernemen.

Geen betalingen

Welke rechten hebben schuldeisers bij een afkoelingsperiode van een klant? Hun rechten staan in deze periode tijdelijk stil. Dit betekent concreet dat zij tijdens deze periode geen betalingen mogen verlangen. Ook mogen zij geen goederen opeisen waarvan zij de eigenaar zijn. Dat geldt zelfs voor goederen met eigendomsvoorbehoud, waarbij goederen zijn geleverd waar de klant nog geen eigenaar van is.

Maximaal twee maanden 

De rechter kan een afkoelingsperiode instellen voor maximaal twee maanden. Daarna kan hij deze met maximaal twee maanden verlengen. Als een schuldeiser het niet eens is met de afkoelingsperiode, kan deze een machtiging aan de rechter-commissaris vragen. De schuldeiser kan dan alsnog een beroep doen op zijn rechten. Een schuldeiser kan ook een verzoek indienen bij de rechter voor het opeisen van goederen. Deze producten moeten dan wel zijn geleverd onder eigendomsvoorbehoud. Een schuldeiser kan overigens ook in beroep gaan tegen het instellen van de afkoelingsperiode. De afkoelingsperiode geldt overigens niet voor boedelschuldeisers. Denk daarbij onder andere aan de curator, werknemers die nog recht hebben op hun salaris en de verhuurder van het bedrijfspand van uw klant.