Wat doet thuiswerken met de Nederlandse kenniswerkers?
Hoe hebben werknemers het plotselinge en noodgedwongen thuiswerken in arbo-opzicht ervaren? Op een paar vragen geeft een groot Europees onderzoek met daaronder ook Nederlandse resultaten antwoord.
De afgelopen periode is een groot, Europabreed onderzoek gehouden naar allerlei omstandigheden rond het plotselinge en noodgedwongen thuiswerken. De kernvraag was hoe thuiswerkers tegen het werken vanuit huis aankeken en of zij dat ook daadwerkelijk zelf als crisis voelden. In het onderzoek kwamen ook een aantal stellingen op arbogebied voor. Inclusief de Nederlandse antwoordpercentages luidden die als volgt:
- Ik kan mijn collega’s en andere mensen niet zoveel zien als ik zou willen 81,4%
- Ik voel me meer ‘vastzitten aan mijn computer’ dan op mijn werkplek 66,5%
- Ik krijg niet genoeg beweging als ik niet op mijn werkplek ben 49,2%
- De fysieke omstandigheden in mijn huis maken geen goede werkomgeving mogelijk 42,4%
Gevoel van isolatie
Hier tekenen zich wel een paar potentiële problemen af, nu we ook weer een onzekere winterperiode tegemoet gaan. Zo kan een gevoel van isolatie en gebrek aan betekenis – dat iemand vaak ontleent aan zijn positie tussen collega’s – een rol gaan spelen. Voor bijna de helft kan het gebrek aan beweging zich wreken en voor een aanzienlijk percentage is ook de kwaliteit van de werkplek (tool) niet toereikend. Vanuit arbo-oogpunt zijn welbevinden, leefstijl en werkplekgerelateerde klachten dus aandachtspunten in organisaties waar voornamelijk kenniswerk plaatsvindt.
Veelal hoogopgeleid
Want het onderzoek 'Ervaringen met thuiswerken tijdens COVID-19' is gehouden onder 5.000 Europese kenniswerkers waaronder 236 uit Nederland. Alle deelnemers waren veelal hoogopgeleid. Voor wat betreft Nederland weerspiegelen de antwoorden de situatie in april 2020. De onderzoekers van Tilburg University/Veldhoven vroegen zowel naar ondervonden voordelen als nadelen van het thuiswerken (tool). Qua leeftijd zaten de meeste Nederlandse respondenten in de groep van 30-40 jaar en 70% was vrouw. Bijna 100% had een HBO-opleiding of hoger.