U bent hier

Onderneming & Arbo
Wijzigingen in de kinderopvangtoeslag

Wijzigingen in de kinderopvangtoeslag

De kinderopvangtoeslag moet kinderopvang betaalbaar houden voor werkende en studerende ouders. Het kabinet kondigde op Prinsjesdag een aantal verbeteringen en wijzigingen aan in de kinderopvangtoeslag.

De maximumuurprijzen waarover ouders kinderopvangtoeslag ontvangen gaan in 2021 omhoog. Zo stijgt de maximumuurprijs voor dagopvang van € 8,17 in 2020 naar € 8,46 in 2021. De maximumuurprijs voor buitenschoolse opvang stijgt in 2021 met € 0,25 naar € 7,27 en voor gastouderopvang met € 0,22 naar € 6,49. Dit blijkt uit de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Ook kinderopvangtoeslag bij WLZ-indicatie

Door een wijziging in de Wet kinderopvang wordt het aantal ontvangers van kinderopvangtoeslag uitgebreid voor huishoudens waarin een partner werkt en de andere partner een permanente Wet langdurige zorg (WLZ-)indicatie heeft. Vaak kan deze partner met de WLZ-indicatie niet werken maar ook niet voor de kinderen zorgen.

Meer toeslag voor werknemers in avonddienst

Het kabinet wil per 2022 ook de koppeling gewerkte uren (KGU) verruimen voor de buitenschoolse opvang (BSO). Ouders hebben voor de BSO recht op kinderopvangtoeslag voor maximaal 70% van het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner. Dit percentage is lager dan voor de dagopvang (140%), omdat ervan uitgegaan wordt dat de gewerkte uren voor een deel samenvallen met de schooluren. Dat is niet altijd het geval, bijvoorbeeld bij ouders die in de avond/nacht of het weekend werken. Om dit knelpunt op te lossen zal het kabinet per 2022 de KGU voor de BSO op gelijke hoogte brengen met de KGU voor dagopvang.